(augustus 2024) Dance – design van een cultuur
Al tientallen jaren neemt dansmuziek een prominente en niet meer weg te denken plek in de popmuziek in. Een goede reden voor het Design Museum in Den Bosch om een heuse expositie aan de dance te wijden. Dit alles onder de titel Dance – design van een cultuur, de tentoonstelling was tot 25 augustus in het Design Museum te bezichtigen.
Uiteraard nemen flyers bij de tentoonstelling een belangrijke plaats in. Deze zijn afkomstig uit het archief van Steve Terry, die meer dan 5.000 flyers uit de begintijd van de disco, house en techno verzamelde. Zo toont de expositie een flyer en VIP- lidmaatschapskaart van de legendarische New Yorkse discotheek Studio 54. Maar er zijn ook flyers van de niet minder befaamde Manchesterse danstempel The Hacienda en van het eerste feestje waar technopionier Jeff Mills draaide. Ook andere technogrondleggers zoals Derrick May, Juan Atkins en Kevin Saunderson, ook wel bekend onder de naam The Belleville Three, worden op deze expositie via afbeeldingen geëerd. De Chicago house wordt ook niet vergeten. Er zijn flyers van feestjes met de dj’s Frankie Knuckles en Ron Hardy. Raar is het dan weer wel dat de Duitse synthesizerformatie Kraftwerk slechts zeer summier wordt genoemd, terwijl die groep toch van grote invloed op de techno is geweest.
De tentoonstelling besteedt vooral veel aandacht aan de house, waarschijnlijk omdat de disco slechts een korte bloeiperiode kende. Via de wandteksten en de getoonde synthesizers wordt goed uit de doeken gedaan hoe house kon ontstaan en floreren. Naast de economische crisis van de jaren tachtig en de bezuinigingen op het muziekonderwijs speelde ook de steeds handzamer wordende synthesizers daar een belangrijke rol bij. De expositie toont grote instrumenten uit de jaren twintig zoals de Theremin en de Ondes Musicales Martenot. Verder geeft de tentoonstelling een overzicht van de meest invloedrijke synthesizers en drumcomputers, van de jaren zestig tot nu. Leuk is dat de bezoeker via een interactieve tafel de gelegenheid krijgt om de online-versies van die instrumenten zelf te bespelen.
Van de synthesizers mogen zeker de Roland 808 en Yamaha DX7 niet onvermeld blijven. Deze Japanse instrumenten konden in tegenstelling tot hun Amerikaanse concurrenten het geluid van andere instrumenten niet perfect kopiëren. Dat maakte ze vooral heel populair bij technomuzikanten, die daardoor volop de gelegenheid kregen om met nieuwe klanken te experimenteren.
De inrichting van de tentoonstelling is zeer doordacht. Door de stellages en de TL- verlichting roept die herinneringen op aan de oude fabriekshallen waar de eerste, vaak illegale, housefeesten werden gegeven.
Later dook de commercie er bovenop. Een belangrijke exponent daarvan is de gabbercultuur. Die ontbreekt uiteraard niet op deze expositie. Veel aandacht is er voor het werk van Victor Feenstra, dé huisillustrator van partyorganisator ID&T en de Thunderdome hardcore- evenementen. Er zijn ontwerpen van posters voor party’s en Thunderdome- cd’s van hem te zien. Feenstra ontwierp trouwens ook het campagnebeeld voor de tentoonstelling. Verder hangen er in het Design Museum ook enkele Australian trainingspakken, hét statussymbool van de gabber.
En al mag de gabbercultuur vandaag de dag dan misschien over haar hoogtepunt heen zijn: er vinden nog steeds grootschalige party’s voor liefhebbers van dat genre plaats. Bovendien sloeg Joost dit jaar met zijn Europapa ook nog even flink aan het hakken.
In de loop der jaren is dance de schimmige keldertjes en de leegstaande fabriekshallen behoorlijk ontgroeid. Overal ter wereld worden festivalterreinen en stadions gebruikt voor grootschalige dancefeesten. De dj’s zijn uitgegroeid tot heuse wereldsterren en Nederland doet met namen als Tïësto, Armin van Buuren, Martin Garrix en AFROJACK een hele grote duit in het zakje. EDM (Electronic Dance Music), een mengeling van pop en dance, is tot verdriet van menige housepurist al jarenlang de dominante housesoort.
Ook de meest omstreden exponent van de dancefeesten ontbreekt niet op de tentoonstelling: de XTC-pil. Zoals de expositie laat zien, hebben die tegenwoordig de meest spectaculaire ontwerpen. Er is zelfs een pil in de vorm van het hoofd van Donald Trump te zien. Trump zelf heeft die niet meer nodig: die is al high genoeg van zichzelf.
Dance – design van een cultuur is nog tot en met 25 augustus in het Design Museum te bezichtigen.
Omdat de muziek bij Dance een hoofdrol speelt als bonus bij de tentoonstelling de danslustige dertien van Ronald van Hest:een lijst met dertien belangrijke danceplaten. De albums zijn gerangschikt op chronologische volgorde .
1) Kraftwerk / The Man-Machine (1978)
De Duitse electroband Kraftwerk is van enorme invloed geweest op de popmuziek. Zo is de
band een grote inspiratiebron voor verschillende synthpopbands uit de jaren tachtig en
menige techno-act. Vooral het album Computer Love uit 1981 wordt door veel
technomuzikanten als een belangrijke invloed genoemd. Dat album is toch echter wel net
van een minder kaliber dan The Man-Machine, dat door velen als het beste Kraftwerk-album
wordt gezien.
(2)
808 State / Ninety (1989)
Het uit Manchester afkomstige 808 State, vernoemd naar de drumcomputer Roland TR-808, geldt
als een van de pioniers van de acid house-beweging die de dance eind jaren tachtig even kort maar
krachtig in haar greep had. Dit album geldt als 808 State’s klassieker, alleen al vanwege de
aanwezigheid van de Engelse top 10- hit Pacific State. Hierna viel de band al snel uit de gratie.
(3)
Aphex Twin / Selected Ambient Works 85-92 (1992)
Richard D. James, bekend als Aphex Twin, wordt door velen gezien als het grootste genie dat de
dancemuziek heeft voortgebracht. Zijn oeuvre bevat de nodige albums met overstuurde breakbeats
en hard beukwerk, maar er zijn ook meer melodieuze platen. Hij heeft zelfs een paar ambient
houseplaten op zijn naam staan, waarvan Selected Ambient Works 85-92 wel de bekendste is. Door
de fraaie glijdende melodielijnen, groeide dit album uit tot een heuse klassieker. In 1994 verscheen
er nog een vrijwel beatloze opvolger, Selected Ambient Works Volume II, maar die maakte minder
indruk.
(4)
The Sabres Of Paradise / Haunted Dancehall (1994)
Dit is een uitermate vervreemdend en soms spookachtig album. De naam wordt dan ook meer dan
waargemaakt. Andrew Weatherall, die samen met Jagz Kooner en Gary Burns de groep vormde,
ging met Keith Tenniswood verder als Two Lone Swordsmen. Ook maakte Waeatherall platen onder
zijn eigen naam en verwierf hij veel faam als remixer. Het meest bekend is wel zijn remix van het
Primal Scream- nummer I’m Losing More Than I’ll Ever Have, dat in de nieuwe versie Loaded ging
heten. Op 17 februari 2020 overleed Weatherall op 56-jarige leeftijd aan longembolie.
(5)
Orbital / In Sides (1996)
Orbital, afkomstig uit het Engelse Otford, bestaat uit de broers Phil en Paul Hartnoll. Orbitals
albums wisselen dansbare momenten af met meer sfeerrijke passages. Ze vallen op door hun
langgerekte stukken, iets waar Orbitals liefde voor classic rockbands als Deep Purple, Led Zeppelin
en Genesis waarschijnlijk niet vreemd aan is. In Sides refereert op verschillende manieren aan de
ecologische crisis waarin we ons bevinden. De openingstrack The Girl with the Sun in Her Head
werd opgenomen in een studio die door Greenpeace van zonne-energie werd voorzien. En een
andere track Dwr Budr (Welsh voor smerig water) is geïnspireerd door het schip Sea Empress dat
in 1996 voor de zuidkust van Wales olie verloor.
(6)
Underworld / Second Toughest In The Infants (1996)
Karl Hyde en Rick Smith, al tientallen jaren de kernleden van het in Wales gevormde Underworld,
maakten ooit deel uit van de synthpopband Freur die in 1983 internationale bekendheid met het
nummer Doot Doot verwierf. Na twee weinig succesvolle synthpopalbums, gooit Underworld het
vanaf de komst van DJ Darren Emerson over een andere boeg. De groep werd gegrepen door het
dansvirus en maakte in 1994 grote indruk met het album Dubnobasswithmyheadman waarop in
vaak langgerekte stukken dansritmes met fraaie melodielijnen worden gecombineerd. Opvolger
Second Toughest In The Infants bevat ook lange tracks en is dansbaarder en eenduidiger van sfeer
dan de voorganger. Samen met Dubnobasswithmyheadman geldt het album als het absolute
hoogtepunt van Underworld.
(7)
Daft Punk / Homework (1997)
Frankrijk heeft in de loop der tijd veel tot de verbeelding sprekende dance-acts voortgebracht. Denk
maar aan Justice, Cassius en Laurent Garnier. Maar Daft Punk heeft toch wel de meeste stof doen
opwaaien. De groep mixt techno op een aanstekelijke manier met disco en funk. De opvallende
robotpakken doen de rest. Hoewel latere albums als Discovery en Random Access Memories nog
succesvoller waren, blijft Homework het meest rauwe en opwindende Daft Punk – album.
(8)
Derrick May / Innovator (Mayday) (1997)
Een overzicht van invloedrijkste dance-albums is niet compleet zonder minstens een Detroit-gigant.
Derrick May staat samen met de met hem bevriende technopioniers Juan Atkins en Kevin
Saunderson bekend als The Belleville Three. Zij ontlenen die naam aan de school waar zij elkaar
leerden kennen. Met name als Rhythim Is Rhtythim bracht May verschillende klassieke
technotracks uit waarvan Strings of Life wel de bekendste is. Innovator is een even uitputtende als
essentiële compilatie van zijn meest befaamde tracks
(9)
The Prodigy / The Fat of the Land (1997)
The Prodigy wordt samen met The Chemical Brothers en Fatboy Slim als grondlegger van de big
beat beschouwd. Afkomstig uit de ravescene verwerkt de groep vanaf het tweede album Music for
the Jilted Generation steeds meer rockinvloeden in zijn muziek. Met The Fat of the Land wordt The
Prodigy even de hotste band ter wereld. Het album bevat de hits Firestarter, Breathe en Smack My
Bitch Up. Dat laatste nummer veroorzaakt vanwege de titel de nodige controverse. Producer,
keyboardspeler en songschrijver Liam Howlett is al sinds jaar en dag het grote brein van The
Prodigy. Zanger Keith Flint berooft zich op 4 maart 2019 van het leven.
(10)
Fatboy Slim / You’ve Come a Long Way Baby (1998)
Norman Cook, bekend onder de naam Fatboy Slim, begon in de jaren tachtig als bassist van de
nogal brave Engelse indieband The Housemartins, die destijds een wereldhit scoorde met een a
capella versie van het Isley-Jasper-Isley nummer Caravan of Love. Na zijn vertrek uit die groep,
stort Cook zich vol overgave op de dansmuziek. Hij scoorde onder meer hits met Beats
International (Dub Be Good to Me) en Pizzaman (Sex on the Streets), maar zijn grootste
succesnummer is toch wel Fatboy Slim. You’ve Come a Long Way Baby is zijn meest succesvolle
album, niet in het minst door krakers als Right Here Right Now, Rockafeller Skank en Praise You.
De plaat is één groot aanstekelijk dansfeest.
(11)
The Chemical Brothers / Surrender (1999)
The Chemical Brothers geldt als een van de grote voortrekkers van de big beat. Het duo baarde
veel opzien met de albums Exit Planet Dust (1995) en Dig Your Own Hole (1997). Surrender is
muzikaal misschien meer van hetzelfde, maar biedt wel een perfectionering van het geluid. Het
sterke album bevat gastbijdragen van bekende namen als Noel Gallagher (Oasis), Jonathan
Donahue (Mercury Rev), Hope Sandoval (Mazzy Star), Bernard Summer (New Order) en Bobby
Gillepsie (Primal Scream).
(12)
Moby / Play (1999)
Moby heeft binnen de dancescene en bij de muziekpers lang niet altijd goed kunnen doen. Men
vond dat hij als persoon vaak te nadrukkelijk op de voorgrond trad en ook werd hem gedram inzake
dierenrechten verweten. En daar kwamen dan ook nog eens rare muzikale uitstapjes zoals
punknummers op het album Animal Rights bij. Overigens is dat uitstapje nog niet zo raar, als je
bedenkt dat hij ooit ook nog eens kort zanger van de punkband Flipper is geweest. De kwaliteit van
Play is echter boven alle discussie verheven. Het album biedt een uitgekiende mix van pop en dance
en bevat ook invloeden uit genres als soul, gospel, blues, rock en ambient. Een even sterk als
gevarieerd werkstuk.
(13)
Boards of Canada / Geogaddi (2002)
In tegenstelling tot wat de naam misschien doet vermoeden, zijn de Boards of Canada-bandleden
Mike Sandison en Marcus Eoin Sandison geboren in Schotland. De broers verbleven slechts twee
jaar in Canada, waar hun vader toen werkte aan de bouw van de Saddledome, een groot
indoorcomplex dat ook werd gebruikt tijdens de Olympische Winterspelen in Calgary. Marcus Eoin
Sandison stond trouwens tot 2005 bekend als Marcus Eoin, dit om vergelijkingen met de Hartnoll-
broers van Orbital te voorkomen. Boards of Canada heeft zijn naam ontleend aan The National Film
Board of Canada, een overheidsinstantie die onder meer documentaires en animatiefilms maakt,
waarvan er verschillende een prijs hebben gewonnen. De groep maakt in zijn muziek gebruik van
analoge synthesizers, die het geheel een melancholisch, dromerig en mysterieus karakter geven. Die
worden gecombineerd met lome beats, die soms subtiel zijn en een andere keer steviger uitpakken.
Geogaddi is niet de beroemdste maar wel de meest sfeervolle Boards of Canada-plaat. Een album
waar je zowel op de dansvloer als in de woonkamer heerlijk bij kan wegdromen.
Op reis met Vincent van Gogh

Gordina, de vriendin van Vincent ??
Het Noordbrabants Museum exposeert vanaf 15 januari 2024 zes maanden lang het werk Kop van een vrouw (1885) van Vincent van Gogh. Het schilderij geldt als topstuk in de Brabantse periode van Van Gogh en is in 2023 voor 5,5 miljoen pond in het bezit gekomen van een Engelse verzamelaar.
Model Gordina de Groot, is een van de personen die staat afgebeeld op De aardappeleters (1885). Ze was een boerendochter uit Nuenen en stond vaak model voor Van Gogh, oa in het hierboven afgebeelde schilderij in het Van Gogh Museum. Wie eenmaal in haar ogen heeft gekeken vergeet haar blik nooit meer.
De top 10 CD ’s van 2023!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
Uit de oneindige hoeveelheid nieuwe muziek die er in 2023 uitkwam heeft Ronald van Hest weer een aantal opvallende artiesten weten te vinden! Van de italo-japanse shoegaze van Blonde Redhead naar de elektronische minimal van Catarina Barbieri en naar veel andere soms donkere pareltjes. Enjoy!!!!!!!!!!!
- Blonde Redhead / Sit Down for Dinner
Blonde Redhead is een Amerikaanse alternatieve rockband die bestaat uit Kazu Makino (zang, keyboards en gitaar) en de Italiaanse tweelingbroers Amedeo (zang, gitaar, bas en keyboards) en Simone Pace (keyboards en drums). In de jaren negentig kent de muziek nog veel noiserockinvloeden, waarbij een vergelijking met Sonic Youth niet uit de lucht gegrepen is. Later worden die ingeruild voor shoegaze en dreampop. Sit Down for Dinner is een fraai ingetogen melancholiek album over de worstelingen van het volwassen zijn. Het is het beste Blonde Redhead- album sinds 23 uit 2007.
- Caterina Barbieri / Myuthafoo
Caterina Barbieri is een in Berlijn gevestigde Italiaanse componiste die minimalistische elektronische muziek op analoge synthesizers maakt, waarbij hectische nummers worden afgewisseld met slepende tracks. Ze is tevens eigenaar van het light-years label. Myuthafoo is het zusteralbum van Ecstatic Computation uit 2019. Met dat album maakte Barbieri veel indruk. De daarop voorkomende track Fantas groeide zelfs uit tot een moderne elektronische klassieker. Niet voor niets heeft Barbieri in 2021 het album Fantas Variations uitgebracht, waarop ze samen met onder meer artiesten als Kali Malone, Bendik Giske, Lyra Pramuk en Kara -Lis Coverdale allerlei herbewerkingen van dat nummer uitvoert.
- Godflesh / PURGE
Godflesh is een industriële metalband uit het Engelse Birmingham. Zanger/ gitarist Justin Broadrick en bassist B. C. Green zijn al jarenlang de kernleden van de groep. PURGE is het eerste Godflesh-album sinds Post Self uit 2017. Het is een ijzersterk comebackalbum waarop de welbekende beuknoise a la Swans wordt afgewisseld met enkele slepende donkere tracks, die door hun meer melodieuze karakter vage herinneringen oproepen aan Jesu (het shoegazeproject van Broadrick).
- Colleen / Le jour et la nuit du réel
Colleen is de artiestennaam van Cécile Schott, een Franse experimentele elektronische muzikante. Ze brengt al sinds de jaren nul albums uit. Hoewel ze altijd een aversie tegen het gebruik van woorden in muziek had, is ze sinds The Weighing of the Heart uit 2014 ineens toch zingend op haar albums te horen. Le jour et la nuit du réel is echter weer geheel instrumentaal. Het album bevat songs die uit meerdere delen bestaan. Doordat de composities compacter zijn dan in het verleden, hebben ze aan zeggingskracht gewonnen.
- Slowdive / everything is alive
Begin jaren negentig, tijdens de artistieke hoogtijdagen van de shoegaze, werd het Engelse Slowdive net als de meeste andere vertegenwoordigers van dat genre door het overgrote deel van de muziekpers de grond in gestampt. De romantische feminine muziek stond haaks op de macho grungerock en de niet minder masculine britpop die dat decennium domineerden. Gelukkig bestaat er nog gerechtigheid: anno nu is de band zowel bij de pers als het publiek populairder dan ooit tevoren en geldt het uit 1993 daterende Slowdive-album Souvlaki als een van de beste shoegazeplaten ooit. Everything is alive is niet zo goed als het fabuleuze comebackalbum Slowdive uit 2017 maar wel van het gebruikelijke hoge niveau. Bovendien is er met het voorzichtige gebruik van synthesizers ook sprake van de nodige vernieuwing.
- Swans / The Beggar
Deze New Yorkse Band, die al meer dan veertig jaar onder leiding van zanger/gitarist Michael Gira staat, heeft een even imposant als gevarieerd oeuvre. In het begin van de jaren tachtig maakte Swans een logge monotone vorm van noise. De optredens van de groep waren berucht om het hoge volume. Vanaf het album Children of God uit 1987 sloeg de groep echter een duidelijk andere richting in. De muziek werd melodieuzer en er waren ook invloeden uit de gothic, folk en blues te horen. In 1997 hield de band er ineens mee op, maar sinds de comeback in 2010 pakt de groep het weer een stuk steviger aan (zij het wel aanzienlijk melodieuzer dan in de beginfase). Onder de meest recente albums bevinden zich de nodige dubbelaars en ook The Beggar is er een. Het album neemt meer dan twee uur in beslag. De grootste “boosdoener” is The Beggar Lover (Three) dat bijna 44 minuten duurt. Hardnekkige geruchten willen dat dit het laatste Swans- album is en songtitels als Michael is Done en No More of This lijken inderdaad in die richting te wijzen. Indien die verhalen onverhoopt kloppen, is dit een waardige zwanenzang.
- The Declining Winter / Really Early, Really Late
De uit het Engelse Yorkshire afkomstige The Declining Winter startte ooit als band, maar is tegenwoordig het eenmansproject van Richard Adams. Die maakte voorheen een prachtige mix van folk en elektronica met Hood, de band die hij met zijn broer Christopher oprichtte. De muziek van The Declining Winter ligt in het verlengde van Hood, alleen zijn er meer postrockinvloeden. Dat uit zich onder meer in de nodige instrumentale stukken. Really Early, Really Late is samen met Belmont Slope (2018) het beste album dat The Declining Winter heeft afgeleverd.
- FACS / Still Life In Decay
Het uit Chicago afkomstige trio FACS komt voort uit Disappears en maakt net als als die band artrock. De klankkleur is echter donkerder en daarom zijn ook postpunkreferenties zeker op hun plaats. Still Life In Decay handelt over vervreemding en de groeiende klassenongelijkheid in de Verenigde Staten. Het vormt zo een even grimmige als pakkende opmaat naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen in november.
- De Ambassade / The Fool
De Ambassade is het project rond Pascal Pinkert die ook actief is als Dollkraut. Met de voorganger Duistre Kamers uit 2019 leverde de groep een van de beste en leukste Nederlandse debuten van de laatste tien jaar af. Het staat vol met pakkende Nederlandstalige darkwavesongs. Op The Fool gooit De Ambassade het echter over een andere boeg. Er valt nog amper een popsong op te ontdekken. In plaats daarvan zijn er oosterse invloeden en elektronische geluidsexperimenten die herinneringen oproepen aan datgene wat de Engelse industriële waveband Cabaret Voltaire ons aan het begin van de jaren tachtig voorschotelde. Verder valt op dat het Nederlands in een aantal nummers voor het Engels is ingeruild. Een even gedurfde als fascinerende luistertrip
10.Craven Faults / Standers
Er is maar weinig bekend over deze Engelse elektronische artiest die oude analoge synthesizers combineert met moderne elektronica en veldopnamen. Craven Faults maakt een mix van ambient, krautrock en elektronische muziek. Standers is een verdere perfectionering van datgene wat hij ons op het debuut Erratics & Unconformities uit 2020 voorschotelde en biedt weer de nodige langgerekte elektronische stukken.
2023: Lothar Wolleh ziet Jan Schoonhoven door Ronald van Hest
Eind jaren zestig en begin jaren zeventig hadden de Delfste kunstenaar Jan Schoonhoven en de Duitse fotograaf Lothar Wolleh verschillende ontmoetingen met elkaar. Uit die ontmoetingen ontstond een hechte vriendschap en verschillende ideeën. Een van die ideeën was het plan om een fotoboek over Schoonhoven uit te brengen. Van het boek, dat in 1972 uitgebracht had moeten worden, werd slechts één proefexemplaar gemaakt. Dat bestond uit het boek en een opbergcassette. Waarschijnlijk vanwege de hoge productiekosten, is het nooit op de markt gebracht. Nu vijftig jaar later is daar ineens verandering in gekomen. Naar aanleiding van de tentoonstelling over Schoonhoven en Wolleh in Museum Prinsenhof in Delft, bracht Oliver Wolleh, de zoon van Lothar en de beheerder van zijn nalatenschap, het boek nogmaals onder de aandacht. En met succes, want uitgeverij Waanders heeft het boek onder de titel Lothar Wolleh ziet Jan Schoonhoven alsnog uitgebracht. Het eerste deel van het boek bestaat uit het oorspronkelijke fotoboek. Het tweede deel is gereserveerd voor een tekst van Schoonhovenkenner Antoon Melissen. Hij beschrijft het werk van de twee, hun gezamenlijke projecten en hun vriendschap. Verder bevat het boek een voorwoord van Janelle Moerman, de directeur van Museum Prinsenhof. Jan Schoonhoven (1914- 1994) verwierf faam vanwege zijn witte reliëfs van papier en karton. Samen met zijn vrienden Armando, Jan Hendrikse en Henk Peeters exposeerde hij vanaf het eind van de jaren vijftig vooral in op experiment gerichte galerieën. Eerst hanteerden zij de naam Nederlandse Informele Groep, later werd dat Nederlandse Nul- Groep. De Nederlandse Nul- Groep was het antwoord op de internationale ZERO-beweging. Die in Duitsland ontstane beweging wilde na de Tweede Wereldoorlog een frisse start maken. Daarbij speelde het gebruik van alledaags basismateriaal een voorname rol. Schoonhovens werk werd in Nederland aanvankelijk niet hoog aangeslagen. Maar nadat hij in 1967 tijdens de Biënnale van São Paulo de tweede prijs in de wacht sleepte, veranderde dat. Lothar Wolleh (1930-1979) was als fotograaf op verschillende terreinen actief. Zo was hij een prijswinnende reclamefotograaf voor merken als Luxaflex, Königs Pilsener en Volkswagen. Daarnaast was hij een gepassioneerd kunstliefhebber die menig kunstenaar fotografeerde, waaronder ook veel ZERO-kunstenaars. Zo verschenen vermaarde kunstenaars als Lucio Fontana, Joseph Beuys en Günther Uecker voor zijn camera. Dat hij als huisfotograaf van ZERO- kunstenaars uiteindelijk ook Jan Schoonhoven ging fotograferen, is dus niet zo verwonderlijk. De in het fotoboek afgebeelde foto's tonen onder meer Schoonhoven aan het werk, tijdens openingen in ateliers en thuis met bevriende kunstenaars. Samen met de bijbehorende tekst bieden ze een bruikbaar inzicht in de drijfveren en het leven en werk van de twee hoofdpersonen.
November Music 2023
Onvoorstelbaar hoe ze er in Den Bosch elk jaar maar weer in slagen om ruim een week lang een parelketting van bijzondere muziek aaneen te rijgen. November Music toont bekende- en minder bekende muzikanten in de niche-genres als elektronische muziek, minimal music, wereldmuziek, pop, jazz, (modern) klassiek en alles daar tussen in. Het was weer genieten. Muziekroute 5 november 2023.Je eigen keuze menu samenstellen uit 20 optredens? Wat hoogtepunten:-Dyane Donck Company. Als genieter wordt je ondergedompeld in een overweldigende ervaring waarin livemuziek, soundscapes, beeldende kunst en literatuur op avontuurlijke wijze gemixed worden door componiste Dyane Donck die zichzelf steeds weer opnieuw uitvindt en de luisteraar een half uur van de wereld op tilt. In een langzamerhand steeds overtuigender oeuvre beweegt zij zich richting de champions league van de serieuze muziek. De muzikanten brengen de muziek en zang dan weer ingetogen dan weer snel en hard met elementen uit pop, soundscapes, dronemuziek dwars door de in de ruimte geprojecteerde bewegende tekeningen van Iris Bouwmeester terwijl ondertussen teksten in de ruimte ontstaan die het verhaal vertellen. Een pareltje!! Weer te zien op November Music 2024!!
![]()
-Melodisch, rustig, ingetogen brengt het trio met Naissam Jalal de mooie liedjes waarin Naissam vaak wisselt tussen fluit en zang.
-Verrast door het serieuze- luisterende publiek gaat R & B diva Ayanna Witters-Johnson van start in W2-poppodium alleen met haar staande bas op het grote podium. Al snel breekt zij het ijs met haar innemende persoonlijkheid en wint het publiek met haar overtuigende virtuositeit! Verkadefabriek 5 november. Frisell, Lage, Riley spelen John Zorn: Theresia de Avila John Zorn stelt de muzikanten voor die in de grote zaal van de Verkadefabriek het 3e deel over mystici laten horen, deze keer over Theresia van Avila. Bill Frisell, Julian Lage en Gyan Riley (voor mij de minst bekende, maar niet minder virtuoos, en zoon van componist Terry Riley).
In 50 minuten worden we via het verhaal van Theresia meegenomen in de wereld van Zorn die ons op 3 akoestische gitaren leidt langs barok, jazz, minimal, spaans en wat al niet meer naar een niveau waar je als luisteraar geen idee meer hebt wie wat speelt maar je slechts kunt genieten en beseft dat het uitzonderlijk is dat we zulke talenten en zulke bijzondere muziek in Den Bosch kunnen zien!
FAQ Festival tips 2023
door Ronald van Hest
Vanaf donderdag 2 november 2023 kunnen liefhebbers van experimentele elektronische muziek hun hart ophalen Dan wordt op verschillende locaties in Den Bosch weer het FAQ Festival gehouden, dat sinds een paar jaar onderdeel is van November Music. We pikken er in deze vooruitblik enkele opvallende acts uit.
Nik Void en Klara Lewis
Nik Void (beter bekend als Nik Colk Void) en Klara Lewis maken op zaterdag 4 november hun opwachting in de Studio van de Verkadefabriek. Beide dames hebben los van elkaar al een behoorlijke carrière opgebouwd. Nik Void begon als zangeres van KaitO, voordat ze overstapte naar Factory Floor. Die groep maakte furore met een mix van postpunk, industriële muziek en minimalistische techno. Factory Floor wordt nogal eens vergeleken met Throbbing Gristle, de grondleggers van de industriële muziek. Overigens heeft Nik Void samen met de voormalige Throbbing Gristle-leden Chris Carter en Cosey Fanni Tutti een paar albums onder de naam Carter Tutti Void gemaakt. En vorig jaar bracht ze haar eerste soloalbum uit: Bucked Up Space. Op dat geslaagde album is vooral kale techno te horen.
Klara Lewis groeide op in Zweden en is de dochter van Graham Lewis, de bassist van de legendarische Engelse postpunkband Wire. Die groep dankt zijn faam vooral aan drie klassieke platen uit de jaren zeventig: Pink Flag, Chairs Missing en 154. Is de eerste plaat nog vooral een punkalbum, de twee daarna zijn een voorbeeldig huwelijk tussen melodieuze popsongs en experimenteerdrift. Graham Lewis vertegenwoordigt binnen Wire het experimentele element. Klara heeft haar hang naar muzikale experimenten dus niet van een vreemde.
De soloalbums van Klara Lewis bevatten vooral abstracte geluidskunst, hier en daar afgewisseld met ritmische elementen en een kleine flard melodie. Een opmerkelijke uitzondering is dan weer de twintig minuten durende single Ingrid, die juist zeer melodisch en sferisch is. De compositie is grotendeels rond een celloloop opgetrokken en eindigt in een prachtige gruizige elektronische laag. Ook de op plaat vastgelegde live-performance Live in Montreal 2018 is voor haar doen behoorlijk melodieus en op een bepaald moment zelfs bijna soulful te noemen.
Dit jaar sloegen Nik Colk Void en Klara Lewis de handen ineen op het werkstuk Full-On. Dat album biedt een goede balans tussen de stijlen van beide dames. Het is toegankelijker dan de muziek van Lewis, maar abstracter dan wat Void doorgaans maakt. Het concert in de Verkadefabriek begint om 20.45 uur.
Mark Fell en Rian Treanor
Mark Fell en zijn zoon Rian Treanor treden vrijdag 3 november om 22.30 uur op in de Toonzaal. Beiden grossieren in kale elektronische dansmuziek met heftige, soms ook complexe, ritmes.
De net als Treanor uit het Engelse Rotherham afkomstige Mark Fell geldt als een pionier in genres als IDM (Intelligent Dance Music) en glitch. Laatstgenoemd genre kenmerkt zich onder meer door haperingen en overslaande geluiden of ritmes. Fell heeft platen uitgebracht onder zijn eigen naam, als Sensate Focus en met SND, het duo dat hij samen met Mat Steel vormde. Verder heeft hij verschillende samenwerkingen met andere artiesten op zijn naam staan, waaronder albums met Will Guthrie en Oren Ambarchi. Daarnaast houdt hij zich bezig met het maken van experimentele films en zaken als hedendaagse filosofie en radicale politiek.
De muziek van Rian Treanor is wat dansbaarder en melodieuzer dan die van zijn vader. Dat geldt vooral voor zijn vroege werk, waarop ook de invloed van een genre als U.K. garage zich doet gelden. Zijn latere platen zijn complexer en getuigen van zijn interesse voor Afrikaanse muziek. Zo is zijn album File Under U.K. Metaplasm mede geïnspireerd door de Tanzaniaanse singeliscene. En op het dit jaar verschenen Saccades werkt hij samen met de Oegandese muzikant Ocen James. James bespeelt de rigi rigi, een eensnarige viool, en is een van de kopstukken van de Acholitronix, een beweging die traditionele Noordoegandese Acholimuziek wil moderniseren door akoestische instrumenten te verbinden met elektronische beats. Acholi is overigens geen genre, maar wel de naam van het volk dat hoofdzakelijk in het noorden van Oeganda woont. Het belooft een beatrijke avond in de Toonzaal te worden voor mensen met stalen zenuwen.
Floris Vanhoof enThomas Ankersmit
De Serge Modular, een analoge synthesizer ontworpen door de Amerikaans- Russsische componist en ontwerper Serge Tcherepnin, viert dit jaar zijn vijftigjarig bestaan. Ter gelegenheid daarvan zullen twee geluidskunstenaars tijdens het FAQ Festival op donderdag 2 november in de Toonzaal hun opwachting maken om een concert op dat instrument te geven: Floris Vanhoof en Thomas Ankersmit.
De in 1982 in het Belgische Mol geboren Floris Vanhoof bijt om 20.00 uur het spits af. Hij is geïnteresseerd in een hybride vorm van film, foto en muziek. In zijn werk staan projecties en muziek uit modulaire synthesizers centraal. Hij kiest niet om nostalgische redenen voor analoge apparatuur, maar omdat hij graag wil experimenteren met datgene wat vroeger als hightech werd beschouwd. Dat nieuwe technologieën niet taboe zijn, blijkt wel uit het feit dat hij ook gebruik maakt van microprocessoren. Vanhoof, die in Antwerpen woont en werkt, maakt zijn instrumenten en installaties zelf en is geïnspireerd door de structurele film en vroege elektronische muziek.
De Nederlandse geluidstovenaar Theo Ankersmit neemt vanaf 21.00 uur het stokje over. Voor hem is de Serge Modulair al vele jaren zijn hoofdinstrument. De in 1979 in Leiden geboren Ankersmit is sinds de jaren negentig als componist en muzikant actief. Hij opereert vanuit Amsterdam en Berlijn. Hij bespeelt zowel elektronische instrumenten als de saxofoon. In zijn veelal abstracte werk wisselen drones, verstilde elementen en pauzes elkaar af. Ook maakt hij in zijn muziek gebruik van infrageluid (gerichte geluidsstralen) en otoakoestische emissies. Daarbij komen geluiden uit het hoofd van de persoon zelf. Ankersmit is voornamelijk actief als soloartiest, maar heeft ook samengewerkt met de Italiaanse componist en muzikant Valerio Tricoli en de befaamde in minimalisme en drones gespecialiseerde Amerikaanse componist Phill Niblock. Met laatstgenoemde zelfs jarenlang. Verwacht in de Toonzaal geen melodieën, maar wel een wonderlijke reis door het klankuniversum van de Serge Modular.
HOT TIP 28/10/2023 !!!!!!!!!!!!! IJSKOUD DE ZACHTSTE!!!
FACS
door Ronald van Hest
Het Stroomhuis in Eindhoven geeft zaterdag 28 oktober ruim baan aan de even vervreemdende als verontrustende klanken van FACS. Het uit Chicago afkomstige trio geeft daar dan zijn enige Nederlandse concert.
FACS komt voort uit de experimentele rockgroep Disappears. De muziek van de groep wordt vaak omschreven als artrock, maar door de duistere sfeer en het gitaarspel van frontman Brian Case dat soms jengelt als dat van This Heat en regelmatig krast als dat van Joy Division heeft de sound vaak bijzonder veel weg van postpunk.Veel nummers beginnen intrigerend of pakkend, maar vroeg of laat – meestal vroeg – komt er een wending waarbij het geheel stroef en dreigend begint te klinken. De songs lijken koel en analytisch uitgebeend te worden en het is alsof de luisteraar langzaam maar zeker een moeras wordt ingetrokken. Alle albums van FACS zijn het beluisteren meer dan waard, maar Void Moments en het dit jaar verschenen Still Life In Decay zijn toch wel de hoogtepunten. Dat laatste album handelt onder meer over klassenstrijd en de zoektocht naar identiteit en betekenis in een steeds verder afbrokkelende samenleving. Het lijkt al met al dus een weergave van de Amerikaanse samenleving waarin Democraten en Republikeinen al jarenlang verhit tegenover elkaar staan en de verschillen tussen arm en rijk enorm zijn.
In het voorprogramma staat de Nederlandse band SULTAN. Die speelt naar eigen zeggen pre-apocalyptische post-genre punkrock. In de praktijk klink dat energiek en catchy.
De modellen van Gijs Bakker
door Ronald van Hest in het Noordbrabants Museum tot 1 juni 2023
Gijs Bakker is vooral bekend als ontwerper van sieraden. Zo baarde hij in 1967 tijdens een avantgardistische mode- en sieradenshow, die hij samen met zijn in 1984 overleden creatieve en levenspartner Emmy van Leersum in het Stedelijk Museum in Amsterdam verzorgde, veel opzien met zijn baanbrekende ontwerpen. Met name het kachelpijpcollier dat een mannequin droeg, deed veel stof opwaaien. En de wereldberoemde popzangeres Rihanna poseerde in 2017 met Bakkers halssieraad Double Chin op de cover van het tijdschrift Elle. Bakker heeft echter ook als industrieel ontwerper flink aan de weg getimmerd., iets wat de expositie De modellen van Gijs Bakker in het Design Museum in Den Bosch eens te meer onderstreepte.
In zijn carrière als industrieel ontwerper heeft Gijs Bakker gewerkt voor onder meer Polaroid, Artifort, Van Kempen & Begeer, ENO Studio en Droog Design. Laatstgenoemd bedrijf, een ontwerperscollectief dat een collectie producten van (inter)nationale ontwerpers onder de aandacht wil brengen, richtte hij in 1993 op met kunsthistorica en critica Renny Ramakers. In 2009 verliet Bakker het bedrijf wegens een verschil van inzicht over de te varen koers.
Alle prototypes die Gijs Bakker gemaakt heeft zijn nu eigendom van het museum. Het Design Museum toonde verschillende prototypes en modellen die Gijs Bakker heeft gemaakt. Zo liet het museum zien hoe het denkproces tot het uiteindelijke ontwerp heeft geleid. De expositie toonde onder meer de modellen voor het koffieservies waarmee Bakker afstudeerde, een koffiezetapparaat, een afwasbol en een schaalmodel voor de dit jaar weer in productie genomen Levi’s Chair.
“Den Bosch neemt sowieso een aparte plaats in mijn loopbaan in,” vertelt Bakker. “Ik was als ontwerper actief voor Cor Unum. (Zie voor meer informatie over dit Bossche keramiekbedrijf het artikel dat op deze site onder het kopje Archief te vinden is, RvH.) Voor dat bedrijf heb ik ook ontwerpers als Benno Premsela en Geert Lap aangetrokken.”
Cor Unum wil in de toekomst meer gaan samenwerken met het Glaslab en het Grafisch Atelier. ”Het is belangrijk dat ze gezamenlijk meer naar buiten treden, om hun bekendheid te vergroten,” vindt Bakker. “En het is van belang om de opleidingen in de buurt aan je te binden en ook goed contact te blijven houden met de musea in de regio.”
Tijdens zijn werk als industrieel ontwerper botste de artistieke vrijheid die Bakker zich wenste nogal eens met de commerciële belangen van de opdrachtgever. “Ik moest voor Moulinex ooit een koffiezetapparaat ontwerpen,“ vertelt hij . “Dat had ik geheel doorzichtig gemaakt, zodat het hele koffiezetproces nauwlettend te volgen was. Het bedrijf durfde de productie ervan echter niet aan, omdat bepaalde testgroepen er niet warm voor liepen.”
Het model voor het koffiezetapparaat was in het Designmuseum te zien, evenals de afwasbollen die Gijs Bakker in 1996 voor de HEMA vervaardigde. “Ik bracht het ontwerp terug tot de essentie, ”aldus de ontwerper. “De bollen zaten in een roestvrijstalen knijper, dat als handvat diende. Zo konden ze, indien nodig, snel vervangen worden. Ze waren zodoende een stuk milieuvriendelijker dan de afwasborstel die een geheel vormt. Uiteindelijk werden ze vanwege tegenvallende verkoopcijfers na een jaar alweer uit de roulatie genomen.”
Dit soort commerciële perikelen maakten dat zijn werkzaamheden als sieraadontwerper, vanwege de grotere vrijheid, bijna als een verademing aanvoelen. Toch blijft er ook op dat terrein nog het nodige te wensen over. Bakker wil graag de in zijn ogen vastgeroeste sieradenwereld openbreken. Daarom richtte hij in 1996 samen met Marijke Valancesca het sieradenlabel Chi ha paura…? (Italiaans voor wie is er bang voor) op, sinds 2013 chp…? geheten. Ze willen met het label de angst voor het hedendaagse sieraadontwerp wegnemen en laten zien dat een sieraad meer dan louter een decoratieve functie kan hebben. Een sieraad kan ook een boodschap uitdragen. “Ik heb een sieraadontwerp gemaakt met een afbeelding van een auto erop,” aldus Bakker. “Daarmee wilde ik op een ludieke manier het gevestigde rolpatroon tussen mannen en vrouwen aan de kaak stellen. Als er auto’s gekocht worden, is dat meestal een mannenzaak. Door de afbeelding van een auto op een sieraad te vestigen, draai ik dat in feite om.”
“Het is tot nog toe niet gelukt om de sieradenwereld open te breken,” vervolgt Bakker. “Weliswaar zijn er nu sieraden voor een wat vriendelijkere prijs te koop, maar de sieradenbranche is eigenlijk alleen maar commerciëler geworden.”
Op de vraag welke kunstenaar hij bewondert, antwoordt Bakker Alexander Calder. “Hij was zeer veelzijdig en vernieuwend met zijn sculpturen en mobiles. Een beeldend kunstenaar maar zeker ook een sieradenontwerper. Een prachtige overzichtstentoonstelling in New York van al zijn gebruiksvoorwerpen maakte diepe indruk,” motiveert Bakker zijn keuze.
De modellen van Gijs Bakker waren tot 1 juni 2023 in het Design Museum te zien.
Thomas Trum
Onder de titel Daily Spins exposeerde de Rosmalense kunstenaar Tomas Trum enkele monumentale kunstwerken op de muren en vloer van het Noordbrabants Museum in Den Bosch. Met een zelfgemaakte verfspuitmachine, die meerdere banen verf tegelijk kan aanbrengen, heeft hij een vloer van het museum onder handen genomen. Zijn grootste werk tot nu toe. Ook heeft hij met een levensgrote viltstift een door de waaiervorm geïnspireerde schildering op een muur aangebracht. De kunstwerken worden begeleid door een soundscape van de Bossche geluidskunstenaar Emiel van den Dungen (artiestennaam Milio). Een verwijzing naar de dagelijkse praktijk in het atelier van Trum, waar de kunstenaar werkt op het ritme van de muziek. Van den Dungen combineert in de soundscape geluiden uit het atelier met ritmische loops en ambientmuziek.
Trum en het Noordbrabants Museum zijn geen onbekenden van elkaar. Zo maakte hij in 2018 onder de noemer Brabantse Nieuwe een tijdelijke muurschildering in de Tuingalerij van het museum. Daarnaast heeft het Noordbrabants Museum twee werken van hem aangekocht.
Maar ook buiten Den Bosch heeft hij flink aan de weg getimmerd. Zo exposeerde Trum onder andere in de Grote Kerk in Alkmaar en in toonaangevende galerieën in Berlijn en New York.
In Trums altijd abstracte werk, dat vaak groot van omvang is, neemt het experimenteren met kleuren, materialen en vormen een belangrijke rol in. Alles gebeurt via het trial by error- principe, waarbij het eindresultaat niet van tevoren vaststaat en een belangrijke mate van spontaniteit behouden blijft. Trum heeft een fascinatie voor grote voertuigen die een taak uitvoeren en sporen achterlaten, zoals een ploegmachine die lijnen trekt. Zo gebruikt hij een landbouwmachine die hij heeft omgebouwd tot verfspuitmachine. De verfsporen die de machine achterlaat worden niet verborgen maar bewust getoond. De kijker wordt op die manier verleid om de volgorde van de getrokken lijnen in kaart te brengen.
Daily Spins was tot en met 21 mei 2023 in het Noordbrabants Museum te zien. Het museum is voortgekomen uit het Noordbrabants Genootschap.
Wim Delvoye Labour of love
door Ronald van Hest in het Noordbrabants Museum tot 29 januari 2023
Werken met contrasten, een hang naar provoceren en een liefde voor het ambachtelijke. Dat alles kenmerkt het werk van de Belgische beeldend kunstenaar Wim Delvoye. Voor het eerst is zijn werk in Nederland te bezichtigen. En nog wel in Het Noordbrabants Museum in Den Bosch. Dit alles onder de naam Labour of Love.
Delvoye schept er een genoegen in om hoge kunsten te combineren met beelden uit de moderne populaire cultuur of alledaagse gebruiksvoorwerpen. Het leidt tot de meest wonderlijke combinaties. Zo zijn in Het Noordbrabants Museum gasflessen met afbeeldingen in Delfts blauw te zien en strijkplanken waarop decoraties zijn aangebracht. Maar de expositie toont ook kathedralen die op vrachtwagens zijn gevestigd en stills van populaire computerspellen uitgevoerd in marmer. En er is een videofilm die het uitknijpen van een puist toont. Een daad die begeleid wordt met romantische muziek.
Het is duidelijk dat Delvoye graag spot met kijkconventies. Soms levert dat provocerende resultaten op zoals de glas in lood ramen waarin röntgenfoto’s van vrijende mensen zijn aangebracht. In de jaren negentig begon hij tot ongenoegen van dierenrechtenactivisten met het tatoeëren van varkens. Voordat het tatoeageproces begon, werden de dieren overigens wel door een dierenarts onder narcose gebracht. De arts zag er naderhand ook op toe dat er door de tatoeages geen infecties ontstonden. Nadat de varkens een natuurlijke dood waren gestorven, werden ze opgezet en hun huid verkocht. Enkele van die huiden zijn in het museum te zien.
Het meest vermaard is Delvoye wellicht vanwege Cloaca: een poepmachine die het menselijke spijsverteringsproces nauwkeurig nabootst. De machine zet voedsel om in uitwerpselen die niet of nauwelijks van het origineel zijn te onderscheiden. Op de expositie is de machine niet te zien. Wel zijn er röntgenfoto’s van het apparaat te bewonderen.
Vandaag de dag is Delvoye bovenal een cultureel ondernemer die zijn ontwerpen aan ambachtslieden van over de hele wereld uitbesteedt. Een voorbeeld daarvan zijn de reiskoffers die hij door Iraanse ambachtslieden liet bewerken. Labour of Love was tot 29 januari in Het Noordbrabants Museum te bezichtigen. Het museum is voorgekomen uit het Noordbrabants Genootschap.
Januari 2023, tijd voor de jaarlijsten van de muziek van 2022
De lijst van 5 van Frank Pisart, less is more.
Warpaint
1.Warpaint-Radiate like this. We Transfer heeft in juli 2022 in coproductie met Sonos de integrale live-uitvoering in The Basement van producer Nigel Goodrich on line gezet. Kij en je bent er bij en je bent verkocht.
2.Eefje de Visser-Bitterzoet. Live gezien bij November Music 2022 in Den Bosch. Eredivisie!!
3.Goldband-Betaalbare Romantiek. Onbetaalbare combinatie van humor en goeie muziek Hebben in 2022 alle festivals volledig platgespeeld. Van Noodgeval en Kinderwens krijgt iedereen een glimlach op z’n gezicht.
4.New Cool Collective-Yunikon. Op de Parade in Den Bosch zag ik ze in 2022 misschien wel voor de 30e keer optreden. Dit is hun 28e (??!!) CD, up tempo mix van jazz en latin en de beste musici van Nederland op de looonlijst.
- James Francies-Purest Form. Live met zijn trio in Paradox, ik zag hem in het BIM-huis. Francies (geboren 1995) is op piano van zeldzame klasse!! En als hij je niet van je stoel afblaast, dan doet drummer Damion Reid dat wel, die speelt met 2 handen en 2 voeten gelijktijdig 5 verschillende ritmes! Ongekend, virtuoos!
De lijst van Ronald van Hest, een tikje doomy, veel drones. Voor de ge-oefende luisteraar.
November Music / FAQ Festival TIPS van Ronald van Hest oktober 2022
Al sinds 2010 presenteert het FAQ Festival op verschillende locaties in Den Bosch experimentele elektronische acts. Sinds vorig jaar onder de paraplu van November Music.
Het meest in het oog springende optreden is dat van Stephen O’ Malley en Kali Malone, dat op donderdag 3 november om 21.00 uur in de Toonzaal plaatsvindt. Maar er is meer fraais te zien en te horen. We pikken er een paar hoogtepunten uit.
De New Yorkse componist Tristan Perich staat vrijdag 4 november in de Toonzaal. Hij voert dan de composities Noise Patterns en Tone Patterns uit. In Perich zijn werk klinkt zijn fascinatie voor wiskunde, scheikunde en codes door. Het concert begint om 22.00 uur.
Keith Fullerton Whitman treedt zaterdag 5 november vanaf 21.45 uur op in de Club Zaal van de Verkadefabriek. Deze in Fort Greene, Brooklyn gevestigde componist heeft een gevarieerd oeuvre dat uiteenloopt van ambient tot abstracte geluidskunst.
Peter Zegveld geeft zaterdag 5 november vanaf 21.45 uur acte de présence in de Willem Twee. Zegveld is een beeldend kunstenaar die optreedt met zijn muziekmachines.
Beatrice Dillon en Kuljit Bhamra delen zaterdag 5 november vanaf 20.00 uur het podium van de Club Zaal van de Verkadefabriek. Dillon, die elektronische dansmuziek maakt vanuit Londen, scoorde in 2020 met haar album Workaround de nodige open doekjes. Bhamra is een gerenommeerde Brits-Indische componist, producer en tablaspeler.
Donderdag 3 november treden Sote en Tarik Barri vanaf 20.00 uur op in de Toonzaal. Daar brengen zij Majestic Noise, een audiovisueel gebeuren.
Een uitgebreide preview op FAQ vindt je op onze nieuws pagina.
September 2022. Een wandeling langs de wereld van de kunst in Den Bosch.
We starten weer bij Museum Slager met de tentoonstelling “Met dank aan Jheronimus”. De realistische schilders uit de stal van Galerie Lieve Hemel toveren met licht en brengen ons onder de indruk van hun schilderkunstige vaardigheden.

Galeriehouder Koen Nieuwendijk werd ooit enthousiast van schilderkunst door de Jeroen Bosch tentoonstelling in 1967 (georganiseerd door het Noordbrabants Genootschap, by the way). Koen stelt zich als galeriehouder dienend op om kunstenaars een tevreden leven te geven.
Welk werk uit de tentoonstelling vindt Koen mooi? Een uitgebreid verslag van de tentoonstelling en een interview met Koen Nieuwendijk vind je op de pagina Nieuws.
Verder naar de Sint Jan waar Huis 73 het werk van de deelnemers aan de Kunstprijs tentoonstelt en in die samenwerking laat Huis73 in de Hinthamerstraat relikwiëen uit de Sint Jan zien. Zie het indringende werk Kracht van Wendy Smolders, gemaakt van voedingszakken.
Door naar het Noordbrabants Museum waar we onder de indruk zijn van het werk van de verdwenen
kunstenaar Pieter Stoop. Energie en passie spatten van de enorme schilderijen af. We praten met Jacqueline Grandjean over de nalatenschap van Charles de Mooij en de open gesprekken die zij voert met mensen over het Museum voor alle Brabanders. Welke werken van Pieter Stoop vindt Jacqueline mooi? Een uitgebreid verslag van de tentoonstelling en een interview vind je op de pagina Nieuws.
Den Bosch fotostad ?!? Mei 2022
Den Bosch is de cultuurstad van het zuiden, thuishaven van het Noordbrabants Genootschap, wat valt hier nog te beleven buiten de geneugten van de bossche bol??? Is Den Bosch een fotostad??? Neen, toch? Of toch wel?? Een wandeling door de stad:
We beginnen bij museum Slager, een tentoonstelling van fotograaf Frank van Driel.
Frank van Driel
Verleden, heden en de toekomst met elkaar verbinden. Dat beoogt de in Leiden geboren maar in Den Bosch residerende fotograaf Frank van Driel, van wie tot 3 april in Museum Slager de expositie The Art of Perception te zien was. De foto’s ogen, mede door van Driels lichtgebruik, als klassieke schilderijen, maar zijn dat in de verste verten niet. Ze zijn onconventioneel, door bewegen en beweging en doordat stillevens met naakten worden gecombineerd. De vaak ingenieuze beeldcomposities zijn niet wat ze op het eerste gezicht lijken.
Zo is er een foto van een vrouw met een jachtgeweer die jong en hip oogt. Maar in een interview met Dtv zei Van Driel dat ze het haar heeft dat zijn 90- jarige grootmoeder iedere ochtend in een rolletje deed voordat ze haar Zeeuwse onderkapje opzette. Ook zijn de ogen en het geweer altijd op de kijker gericht. Waar je je ook in een ruimte, waar het werk hangt, bevindt.
De foto’s zijn ook indrukwekkend vanwege het formaat, ze zijn enorm en ondanks die grootte tot in detail scherp. Ik vroeg Frank van Driel hoe hij dat doet. Hij werkt met een digitale Hasselblad, een 100 miljoenpixelcamera. De opnamesessies vinden vaak in een halve dag plaats omdat er alleen met daglicht gewerkt wordt. Hij gebruikt lange sluitertijden en presenteert de foto’s verzorgd op dibond of kunstenaarspapier. De foto’s worden niet digitaal bewerkt. Frank heeft een voorliefde voor de persoonlijke symboliek van de Vlaamse primitieven, met name Jeanne Fouquet (15e eeuw). Wie thuis nog eens wil kijken naar het werk van Frank van Driel kan het monumentale (38 x 31 cm) boek ‘to be frank’ aanschaffen via zijn website (https://www.frankvandriel.com)
Verder naar het op steenworp afstand gelegen Designmuseum Den Bosch. over de Argentijnse kunstenaar Lucio Fontana te zien. Naar aanleiding daarvan vroeg het museum het fotografenduo Anuschka Blommers en Niels Schumm om werken van Fontana op de gevoelige plaat vast te leggen en er een eigen interpretatie aan te geven. Het resultaat, de expositie Blommers / Schumm find Fontana, is nog tot en met 29 mei in het Design Museum te zien.
Lucio Fontana (1899-1968) , die een groot deel van zijn leven in Italië woonde, is de grondlegger van het spatialisme. Dat is een kunststroming die kunst wil gebruiken om nieuwe fysieke omgevingen te creëren en die zich distantieert van het natuurlijke vertrouwen van kunstenaars in de schilderskunst en de illusie van ruimtelijke diepte. Om de ruimtebeleving op haar kop te zetten, maakte Fontana met een priem en mes gaten in zijn kunstwerken.
Hoewel Fontana vooral bekend is als schilder, maakte hij ook ruimtelijke installaties en schilderijen en sieraden. Van die laatste twee categorieën kunstwerken heeft het Design Museum er twintig in huis, de grootste verzameling werk van Fontana in Nederland.
Ondanks het feit dat Blommers / Schumm veel in de wereld van de mode en luxe-industrie werkt, heeft het duo een fascinatie voor gewone mensen en objecten uit onze directe omgeving. De veelal eenvoudig van vorm zijnde objecten van Fontana sluiten daar mooi op aan. Ze worden fraai in 20 lichtkasten gepresenteerd. Op verschillende manieren geven Blommers en Schumm een eigen draai aan het werk. Zo wordt er aan een object een tafel toegevoegd en wordt een ander kunstwerk verdubbeld. Het meest in het oog springend is misschien wel het zand dat ze bij een rugbybal van keramiek hebben geplaatst. Een eigenzinnige blik op het werk van een al even eigenzinnige kunstenaar.
Vervolgens naar het naastgelegen Noordbrabants Museum waar anesthesist en fotograaf David Pattyn de foto’s van de coronapandemie van dichtbij in het JeroenBoschZiekenhuis laat zien.
BOSSCHE PARELTJES Maart 2022
Den Bosch is de cultuurstad van het zuiden, thuishaven van het Noordbrabants Genootschap, wat valt hier nog te beleven buiten de geneugten van de bossche bol???
Design Museum Den Bosch
Goth
De duistere dertien
Tekst en selectie : Ronald van Hest
Cor Unum 2022
Door Ronald van Hest
Ooit begon het als een kleinschalig werkverschaffingsproject voor werklozen in Orthen, maar inmiddels is het uitgegroeid tot een internationaal vermaard keramiekbedrijf: Cor Unum. Een gesprek met curator en directeur Charlotte Landsheer over de belangrijkste ontwikkelingen die het bedrijf heeft doorgemaakt.
Cor Unum (Latijn voor een van hart), een gezamenlijk initiatief van de Gemeentelijke Sociale Dienst en de rooms-katholieke Dr. Ariënsstichting, startte in 1953 in een lokaal van de oude jongensschool in Orthen. Eerst richtte het bedrijf zich op werklozen, daarna op mensen met een arbeidshandicap. Het bedrijf had grote moeite om het hoofd boven water te houden.
Daarom stelde de gemeente in 1959 Zweistse Landsheer als hoofd aan, de vader van de huidige directeur Charlotte Landsheer. “Mijn vader was op dat moment docent aan de kunstacademie in Den Bosch”, vertelt ze.“Hij moest het productieproces op een efficiëntere manier laten verlopen. Daarbij spelen mallen een grote rol. Eerst komt een ontwerper bij ons aan. Aan de hand van diens ontwerp wordt een model gemaakt. Dat model wordt omgezet in een mal van gips. In die mal wordt vloeibare klei gegoten. Het gips van de mal heeft een zuigende werking en zorgt dat er een scherf van klei ontstaat. Hoe langer je de klei in de mal laat zitten, des dikker de scherf wordt. Als de klei uit de mal is gehaald, worden de gietnaden weggewerkt en wordt het geheel geglazuurd. Vervolgens gaat het aardewerk de oven in.“
Mallen in de werkplaats van Cor Unum
Servies rond en vierkant van Zweitse Landheer.
“Mijn vader stelde de mens altijd centraal”, vervolgt Landsheer. “In het productieproces werd ook altijd rekening gehouden met de beperkingen van de werknemers. Zo was er een man die last van trillingen had. Die trillingen resulteerden in subtiele verticale lijnen. Deze lijnen zijn te vinden op de vazen en kommen van de grafiocreeks, die een groot succes werd. Nu herhaalt de geschiedenis zich met onze collega Sander die 3 jaar geleden een hersenbloeding kreeg en nu ook vazen met lijnen schildert vanuit zijn rolstoel.”
In 1987 vertrok Zweitse Landsheer na 28 jaar bij Cor Unum. Zeven jaar later deed Charlotte bij het bedrijf haar intrede. Ze ging als werkleider aan de gang bij de nieuwe afdeling productontwikkeling. “Eind jaren negentig trad er een belangrijke verandering in werking”, vertelt ze. “De sociale werkvoorziening werd geherstructureerd en verschillende afdelingen, waaronder Cor Unum, werden afgestoten. Het werd een vrij bedrijf dat in handen van de familie Krapels kwam. Ik ging mee als bedrijfsleider en de mensen met een arbeidshandicap konden ook gewoon blijven.”
Uiteindelijk bleek het bedrijf niet rendabel genoeg. “In 2009 stopte de familie Krapels ermee”, aldus Landsheer. “Vervolgens ben ik met een bedrijfsplan naar de rechter gegaan om gedaan te krijgen dat we de moedermallen konden behouden. Die moedermallen zijn belangrijk, omdat van daaruit alle andere mallen gemaakt kunnen worden. Gelukkig lukte het en kon het bedrijf als stichting worden voortgezet.”
Inmiddels zetelt Cor Unum al weer 4 jaar in een riant pand aan de Vughterstraat 270. “Hier hebben we voor het eerst ook een echte winkelfunctie”, vertelt Landsheer “De mensen met een beperking zijn gebleven. Maar daarnaast hebben we verschillende stagiaires van opleidingen zoals St. Lucas in Boxtel en De Rooi Pannen in Tilburg. Het past in ons streven om ook een leerplek te zijn”.
Benno Premsela en Bruno Ninaber van Eyben
Geert Lap maakt het ovaal
“Een belangrijk verschil met vroeger is dat ontwerpers tegenwoordig naar ons toe komen. Gedurende ons bestaan hebben we het geluk gehad dat we met verschillende bekende ontwerpers hebben mogen werken. Te denken valt daarbij aan Benno Premsela, Geert Lap , Bruno Ninaber van Eyben en Marc Newson. Die stonden toen nog aan het begin van hun loopbaan, waardoor ze voor ons nog betaalbaar waren. Verder organiseren we ieder jaar een ontwerpwedstrijd voor beginnende ontwerpers: de Cor Unum Design Contest. Die is inmiddels aan de tiende editie toe.”
Atlantis van Roderik Vos
De winnaar van de ontwerpwedstrijd krijgt 500 euro en wordt door Cor Unum begeleid in het onderzoek naar de productie van zijn of haar ontwerp en het op de markt brengen daarvan. Belangstellenden kunnen zich sinds 13 september via de link op de website van Cor Unum inschrijven voor de wedstrijd. Tot uiterlijk 14 januari 2022 kan je je inschrijven en tot 10 maart kan je een prototype van het ontwerp inleveren.
Het Noordbrabants Museum 2021
Salvador Dalí
Salvador Dalí is bij het grote publiek vooral bekend als de surrealistische schilder die zijn droombeelden vangt in heldere, bijna fotografische, schilderijen, die vaak optisch bedrog bevatten. Het Noordbrabants Museum in Den Bosch zoomt tijdens de tentoonstelling Dalí- en niets anders echter in op de minder bekende kanten van de schilder. Er is veel aandacht voor zijn commerciële activiteiten. Dali heeft herhaaldelijk zijn artistieke kwaliteiten in dienst van het bedrijfsleven gesteld. Zo zijn er op de expositie advertenties voor nylonkousen van Bryans, aardolie van Shell en auto’s van Datsun te zien. Verder toont het museum onder meer ontwerpen voor parfums en Chupa Chups lolly’s.
Een ander belangrijk onderdeel van de expositie vormen diverse schetsen die Dalí heeft gemaakt. Hieronder bevinden zich schetsen voor Destino, een animaltiefilm waar hij in 1946 samen met Disney aan werkte. De film werd destijds niet afgewerkt, maar vond in 2003 alsnog zijn voltooiing.
Zeer in het oog springend is Dali’s in de jaren zeventig gemaakte bewerking van Los Caprichos (De Grillen), een aquatint-etsreeks die oorspronkelijk aan het eind van de achttiende eeuw door Francisco Goya gecreëerd werd. Goya bespotte daarin de dwaasheden van de toenmalige Spaanse maatschappij. Dali voegde aan de oorspronkelijke zwart-wit prenten gekleurde en erotische elementen toe.
Maar bovenal is er bij de tentoonstelling veel ruimte voor foto’s van de Franse fotograaf Robert P. Descharnes. Descharnes heeft Dalí in totaal liefst meer dan 60.000 keer op de gevoelige plaat vastgelegd. Uit die omvangrijke collectie heeft het Noordbrabants Museum 125 foto’s uitgekozen. Ze tonen de schilder zowel aan het werk als in zijn vrije tijd met vrienden en zijn vrouw Gala. Op de foto’s toont Dalí zich dikwijls een poseur. Het is Dalí ten voeten uit, want niet alleen zijn werk was aandachttrekkend. Ook zijn opvallende uitspraken, theatrale gedrag en excentrieke voorkomen, waarbij de gekrulde snor het meest in het oog springt, waren spraakmakend. Dalí – en niets anders was tot en met 21 november 2021 in het Noordbrabants museum te zien. Het museum is voortgekomen uit het Noordbrabants Genootschap.
(tekst Ronald van Hest)



Jazz in Duketown. 2021
Den Bosch van 21 tot en met 24 mei 2021.
Op 4 podia in de W2 en de Verkadefabriek in Den Bosch. Geen publiek, de concerten zijn via stream live te volgen. Een mooi programma, de muzikanten zijn blij weer op te kunnen treden en wij, het publiek, zijn blij om weer eens live muziek te zien, weliswaar op afstand. Door Ronald van Hest en Frank Pisart.
Yuri Honing Acoustic Quartet in de grote zaal van de Verkadefabriek vrijdag 21 mei
Voorovergebogen, z’n ogen dicht, weeft Wolfert Brederode minimalistische structuren op z’n piano. Gullie Gudmundsen, ook z’n ogen dicht, zet accenten met z’n akoestische bas, spaarzaam, alert. Dan, Joost Lybaart, het door hem zelf gekooide beest, is de basis met super strakke soms onnavolgbare ritmes. Dan, ja het is in de grote zaal, Yuri op tenor, de mammoettanker van geluid vaart binnen, een dijk van een echo, rake uitgesponnen noten snijden recht je ziel in. De band neemt ons mee in een muzikaal avontuur. Filmisch (er staat een rookmachine!), vloeiend, eenvoudig, de muzikanten vinden elkaar bijna telepathisch, ze weven een prachtige muzikale structuur.
Dan After All van David Bowie (over diens broer in een inrichting en donkere gedachten over z’n eigen sanity). De basis droog, strak, melodisch en dan de melancholische sax met veel echo die langzaam wegzakt in het niets. Halverwege het concert een eruptie, freaky sax-solo, Joost het beest mag loos, dan eindigt het plots. Melodisch verder, Gullie pakt de strijkstok, Wolfert werkt in het midden en laag, nooit in t hoog. Dan de sax die de vrijheid zoekt en later samenkomt in rust.
Zo’n concert is een cadeautje van Jazz in Duketown.

Vlek: gezien in Willem Twee Toonzaal op vrijdag 21 mei.
Een concert van Vlek is zonder meer een groot luisteravontuur. Een uur lang wordt de luisteraar meegenomen in de meest uiteenlopende sferen en muzikale extremen. Vrolijke en gemoedelijke klanken worden net zo gemakkelijk afgewisseld met moody composities en free jazz-achtige uithalen van de blazerssectie. En ook voor invloeden uit de blues en heavy rock draait de band zijn hand niet om. In afsluiter Grand Hotel tovert gitarist Jacq Palinckx met wat gereedschap de meest
rare klanken uit zijn gitaar. Geen schoonmaakmiddel krijgt deze Vlek eronder!

Pax the humanoid- Gezien: zondag 23 mei, Willem Twee Poppodium
In het verleden vierde hij triomfen als frontman van The Kyteman Orchestra, maar tijdens Jazz in Duketown bewijst Pax the humanoid dat hij ook solo zijn mannetje staat. Nou ja, solo. Vier musici begeleiden hem in de Willem Twee: Niels Broos (toetsen, eveneens ex- Kyteman Orchestra), Gersom Raams (gitaar), Glenn Gaddum Jr. (bas) en Jori Olijslagers (drums). Zij zorgen voor een inventieve mix van hiphop, jazz, soul en funk. Maar er is ook het donkere en indringende Call It Freedom, waarin Pax zich een maatschappijkritische observator in de traditie van Gil Scott-Heron en Michael Franti toont. Zangers met wie hij ook de nodige vocale overeenkomsten heeft. Of Pax relaxed onderuit zit of zelfverzekerd rondslentert: de hele tijd wekt hij de indruk alles volledig onder controle te hebben. Voor het inzetten van de vette funk-afsluiter Hell vraagt hij het publiek om thuis de boel helemaal af te breken. Grote kans dat men dat al lang daarvoor heeft gedaan.
Bruut, featuring Anton Goudsmit clubzaal in de Verkadefabriek op zondag 23 mei
Plezier in de muziek staat hier voorop! Lachende gezichten, veelzeggende blikken. De band staat als een rock and roll orkest uit de fifties te grooven. Dan worden we weer een spaghettiwestern ingetrokken met een hoofdrol voor de shadowsgitaar van clown Goudsmit. Met een slepend ritme wordt er filmmuziek ingezet met lyrische melodiëen op gitaar en sax. Met een schuine knipoog naar het songfestival wordt een uptempo-uitvoering gegeven van Poupee de Cire (geschreven door Serge Gainsbourg, France Gall won hier in 1965 mee). Bruut raast hier als een amusementsorkest doorheen met een vlammend orgel, tambourijn erbij en Goudsmit gooit m nog eens in de hoogste versnelling.
Zo leuk kan muziek zijn!!

Typhoon, de energieke Nederlandse rapper, en de verstilde Belgische jazzmusicus Jef Neve. Het lijkt op het eerste gezicht een misschien wat merkwaardige combinatie, maar de praktijk blijkt anders. Motel Mozaique bracht ze in 2015 voor het eerst bij elkaar en sindsdien is er muzikaal wat moois gegroeid tussen de heren. De blikken en lachen die ze elkaar in de Verkadefabriek toewerpen, bewijzen dat ze zichtbaar plezier beleven aan hun samenwerking. Het concert is zeker geen greatest hits show van beide musici. Komt er al een bekend nummer voorbij , zoals Surfen van Typhoon, dan wordt dit in een ander jasje gestoken. En de rapper is ook niet de rondspringende wervelwind die we van zijn reguliere concerten gewend zijn. Rustig zittend op zijn kruk improviseren hij en Neve erop los. Heikele thema’s worden daarbij niet geschuwd. Tijdens een improvisatie roept Typhoon mensen op met elkaar in gesprek te gaan over onderwerpen als kolonialisme en racisme en pijnlijke feiten onder ogen te zien. “Wees moedig in je ongemak”, aldus de rapper. “Ik ben de stem van de vooruitgang”, klinkt het pretentieus in hetzelfde nummer. Dat hij hiermee wegkomt, komt door Typhoons ontwapenende persoonlijkheid. Voeg daarbij Neves poëtische pianospel en we kunnen gerust spreken van een vruchtbare samenwerking die naar meer smaakt.
New Cool Collective grote zaal in de Verkadefabriek, maandag 24 mei
Blij om weer op te treden. Voor het eerst onversterkt: er staan wel kleine versterkertjes, maar de piano is onversterkt. Benjamin Herman, bandleider, geeft aan dat de band zo zichzelf uitdaagt om ook heeel zachtjes te spelen. Rustig maar strak van start met Skinned, lekkere percussie (Frank van Dok en Jos de Haas geven de band hiermee zo’n lekker latinsausje), solos van gitaar, sax, trombone en piano en een melancholisch slot. In het 2e nummer, Rumbo, speelt David Rockefeller een lyrische solo op trompet, ondersteunt door stevige percussie en mooie partijen voor de blazerssectie. In La Rana (de kikker) stuurt Benjamin de saxofoon alle kanten op en jaagt Joost Kroon op de drums met z’n swipes de band nog wat op. Dan een zudafrikaans uitstapje met een dialoog tussen gitaar en blazers. Het begint rustig, maar dan neemt Rory Ronde met een enorme, prachtige gitaarsolo de boel onder vuur en knalt de band door!!
Ik denk dat ik deze band al zo’n 40 keer gezien heb en besef dat de vrolijke muziek altijd in een feestje uitmondt, maar deze keer , voor het eerst, wel een feestje zonder publiek. Talent en drive van de band zijn er niet minder om.
Verder met Bakiff van Duke Ellington met een mooi slepend ritme. Vervolgens Harlem Nocturne, met een melodie op saxofoon die iedereen herkent en je van de saxofoon laat houden. In Line Flynn opent met een prachtige intro op de vleugel van Willem Friede en, als je dan nog niet verkocht bent, gaat Leslie Lopez er met een vette solo op z’n akoestische bas uit 1961 nog even tegenaan waarna David Rockefeller op muted trompet met een lyrische solo afrondt.
Dan is het podium met Max (naar drummer Max Roach) voor Joost Kroon (speelt net zo makkelijk jazz in oa NCC als rock in Kane) eerst een solo op de koe-bel en vervolgens met swipes op de drums! De band rond af met Thierno en een melancholische hoofdrol voor de sax.
Muziek is feest, New Cool is feest!! Bedankt Jazz in Duketown!!
Bevrijdingsfestival 2021 in Den Bosch
De vrijheid vieren en duiden in al haar facetten. Daar draaide het ook dit jaar weer om tijdens de diverse bevrijdingsfestivals. Vanwege alle coronaperikelen, bestonden de bevrijdingsfestivals ook dit jaar weer uitsluitend uit online-edities
In ‘s-Hertogenbosch werd de aftrap gegeven met het ontsteken van het bevrijdingsvuur op de Pettelaarse Schans door burgmeester Jack Mikkers en jeugdburgemeester Jop van Peufflik. Ze bevonden zich in het gezelschap van oud JOVD-voorzitter en mediapersoonlijkheid Splinter Chabot. Die vergeleek vrijheid met zuurstof. “Als het er is, is het prima. Maar als het weg is, stik je.” Volgens Mikkers kan inviduele vrijheid niet bestaan zonder die van het collectief. “Vraag bij je eigen handelen altijd af wat jou vrijheid om dingen te doen voor de ander betekent”, aldus de burgervader.
Ter gelegenheid van het festival werd The Freedom Band in het leven geroepen, een zeer grote gelegenheidsformatie . Onder de muzikanten bevonden zich bekende namen als Anneke van Giersbergen (voormalig zangeres van The Gathering), Björn van der Doelen en Nona. Zij brachten een vlammende versie van het The Scene-nummer Iedereen is van de wereld. Verder waren er ook weer de jaarlijkse ambassadeurs van de vrijheid: volkszanger Tino Martin, zangeres Davina Michelle en rapper Jonna Fraser. Tino Martin reisde samen met schrijver en filmmaker Natascha van Weezel naar kamp Westerbork en Davina Michelle en Jonna Fraser gingen in gesprek met fans. In de bijdrage van Davina Michelle ging het vooral om de vrijheid om jezelf te kunnen zijn, terwijl in het filmpje van Jonna Fraser etnisch profileren door de politie centraal stond.
Daarnaast waren er vrijheidscolleges van onder meer komiek Soundos El Ahmadi, auteur Haroon Ali en zanger en presentator Joris Linssen. El Ahmadi vertelde hoe moeilijk het was om als vrouw uit een minderheidsgroep haar droom te kunnen verwezenlijken. Ali deed uit de doeken hoe hij met de islam brak en uit de kast kwam. Iets wat zijn moeder accepteerde, maar hem op een breuk met zijn vader kwam te staan. Joris Linssen poneerde in zijn college de stelling dat de belangrijkste vrijheid misschien wel de vrijheid is om fouten te kunnen maken.
Duidelijk is dat vrijheid voor iedereen wat anders kan betekenen. Het bevrijdingsfestival is een nuttig instrument om daar meer inzicht over te verschaffen en het belang van vrijheid aan te tonen. Hopelijk de volgende keer weer op oude manier en met publiek.
Door Ronald van Hest
We hebben een archief gemaakt met aparte pagina’s van:
De Jan Naaijkensprijs
De Jan Naaijkensprijs JR
De Arena
Papieren Juweeltjes 2018
Van 4 november 2017 t/m 18 februari 2018 was in Het Noordbrabants Museum in ’s-Hertogenbosch de tentoonstelling Papieren juweeltjes van de collectie van het genootschap te zien. De tentoonstelling was samengesteld uit de verzamelingen van Het Noordbrabants Museum in Den Bosch en de Brabant-Collectie te Tilburg. Beide verzamelingen vormden ooit een geheel: de omvangrijke en kostbare collectie werd door ons bijeengebracht. In 1986 werd de collectie gescheiden en overgedragen aan het Noordbrabants Museum en aan de Universiteit van Tilburg . De kunstwerken en historische objecten en een deel van de tekeningen en prenten bleven in Den Bosch. De boeken, handschriften, kaarten, en foto’s en het overgrote deel van de prenten en tekeningen kwamen uiteindelijk terecht in de bibliotheek van de universiteit. In 2017, 180 jaar na de oprichting van het genootschap, waren de meest bijzondere werken op papier uit de collectie weer samen te zien in de stad waar de collectie ontstond: ’s Hertogenbosch.
Onderstaand wat video’s.
Nuni Weisz' exhibition Valkhof after winning the Jan Naaijkensprijs 2017
Jan Naaijkensprijs 2016
De Arena
Wolkenlucht in my backyard
De Nieuwe Vincent in 5 afleveringen