tips

 

TIP 1:   VRIEND WORDEN????
Wordt VRIEND van het Noordbrabants Genootschap. Voor EURO 50,– per jaar draag je bij aan cultuur in Noordbrabant en krijg je een kunstmagazine (Zuiderlucht) gratis in de bus. Wordt vriend van het genootschap en mail ons (zie de pagina CONTACT)!!

TIPS IN BRABANT!!!!!!!!!!!!!!!

Houd je van moderne kunst ???? Bezoek het museumkwartier in ‘s-Hertogenbosch, Van Abbe in Eindhoven en/of De Pont in Tilburg. Bezoek Jan van Hoof Galerie en Galerie Mark Peet Visser in Den Bosch. Kunstpodium T en Luyks Galerie in Tilburg.

Voor JAZZ kun je terecht in Paradox in Tilburg, W2 Toonzaal en Verkadefabriek in ‘s-Hertogenbosch. In het weekend van pinksteren vindt in Den Bosch het grootste gratis Jazzfestival in Europa plaats: Jazz in Duketown. Een week eerder vindt in Breda het Breda Jazz festival plaats. Allebei zeker de moeite waard met de oude stadscentra als prachtig podium, het eerste wat modernere jazz het tweede wat meer traditionele jazz.

Popmuziek luister je in 013 in Tilburg, MEXX in Breda, Effenaar in Eindhoven en W2 in Den Bosch.

Cultureel erfgoed is in Noordbrabant sterk aanwezig. Veel musea hebben historisch materiaal in hun collectie. Noordbrabant is de provincie waar Jeroen Bosch en Vincent van Gogh woonden en leefden. Belangrijke adressen: Noordbrabants Museum, Erfgoed Brabant, Brabant Collectie en BHIC (Brabants Historisch Informatie Centrum).

Informatie voor Kunstenaars kan bij Kunstloc in Tilburg verkregen worden.

BOEKENTIPS !!!!!!!!!!!!!!!!!!Boekrecensies door Ronald van Hest.

Karel Appel

Vorig jaar was het honderd jaar geleden dat Karel Appel geboren werd. Ter gelegenheid daarvan is het boek Appel- Een leven in foto’s door Nico Koster verschenen. In het boek zijn tal van prachtige foto’s gebundeld die de vermaarde fotograaf Nico Koster gedurende dertig jaar van Appel heeft genomen.

Op de foto’s is Appels kunstenaarsleven in Amsterdam, Parijs, Tokio en New York vastgelegd. Ze tonen de schilder/beeldhouwer werkend in zijn atelier en poserend bij zijn kunstwerken. Ook tonen de foto’s veel momenten uit zijn privéleven. Appel is te zien met zijn grote liefdes en artistieke vrienden als dichter Simon Vinkenoog, collega-schilder Corneille (die samen met hem deel uitmaakte van de Cobra-groep) en Rudi Fuchs (voormalig directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam). Verder zijn er foto’s van Appel met verschillende andere bekende Nederlanders, waaronder de voetballer Johan Cruijff, cabaretier Toon Hermans, striptekenaar Marten Toonder en de toenmalige koningin Beatrix.

Auteur Willemijn Stokvis beschrijft in een tekst het artistieke leven van Karel Appel. Daarnaast bevat het boek een voorwoord van Ernst Veen, oud-directeur van De Nieuwe Kerk en De Hermitage in Amsterdam.

Net als die andere grote vernieuwer van de Nederlandse schilderkunst van de vorige eeuw, Piet Mondriaan, stuitte Appels kunst in eigen land aanvankelijk op veel weerstand en was de waardering in het buitenland stukken groter. Appels kunstwerken ontlokte opmerkingen als “dat kan mijn kind ook.” Verder vond men zijn gesmijt met verf maar niets. Ook zijn uitspraak “ik rotzooi maar wat an” deed Appel geen goed. De laatste decennia is ook in Nederland de waardering voor Appel echter flink gegroeid. Dit fotoboek is in deze ontwikkeling een fraaie volgende stap.

Sam Drukker

Sam Drukker exposeert met 100 zelfportretten in de Abdijkerk in Assen. Kunstenaar selecteert tekeningen, litho's en schilderijen voor Het Drents Museum - Dagblad van het Noorden

Mensen vangen in al hun verschillende facetten. Of het nu om onzekerheid, kracht, schoonheid of ouderdom gaat. Dat is een belangrijke rode draad in het werk van beeldend kunstenaar Sam Drukker. Het boek Sam Drukker – Onderweg geeft een fraai beeld beeld van schilderijen en tekeningen die hij tussen 2010 en 2021 gemaakt heeft.

Drukker is bekend om zijn losse penseelstreken en het gebruik van oude en gevonden materialen. Uit containers en afhaalbakken haalt hij attributen zoals zonnewering, scheepszeilen, legertenten en houten panelen om zijn kunstwerken op te vervaardigen.

In het boek is vooral plaats ingeruimd voor Drukkers tekeningen en schilderijen. Zo is er een hele reeks afbeeldingen van mensen die onderweg zijn. Daarnaast is er veel aandacht voor zijn portretten. Een opvallend onderdeel daarvan is het Minje-project: tien schilderijen die hij tussen 2012 en 2014 maakte van Joodse mannen die tijdens de Tweede Wereldoorlog volwassen waren. Op het moment dat de mannen geschilderd werden, waren ze tussen de 83 en 103 jaar. In 1990 maakte Drukker voor Assen ook al een Joods monument. Daarop beeldde hij zichzelf af als een hurkende man zonder gebedskleed.

Het boek bevat ook tekstbijdragen van Master of Arts Pienk de Gaay Fortman en schrijver en oud-journalist Henk Blanken. Blankens bijdrage is een bewerkt verhaal over een ontmoeting met Drukker in Zwitserland.. De Gaay Fortman voert met de kunstenaar een dialoog over het interpreteren van kunst. Daarin constateert Drukker dat mensen steeds meer kijken maar steeds minder goed zien. Hopelijk is dat met dit boek anders. Het verdient in ieder geval een zorgvuldige blik.

Brabbelepoepsie.

Verhalen over kleine mensen. Zo typeert Jan Lavrijsen zijn bundel Brabbelepoepsie, die bestaat uit twee verhalen en een novelle. Want hoewel in alle gedeeltes van de bundel kinderen een voorname rol spelen, is Brabbelepoepsie volgens Lavrijsen nadrukkelijk geen kinderboek. Het boek is geïnspireerd door herinneringen van de schrijver. Feit en fictie lopen naadloos in elkaar over. Het eerste verhaal handelt over een kind dat graag bij een feest wil zijn en op schatjacht is. Daarna volgt een verhaal over een jonge koning die met zijn grillen zijn onderdanen tegen zich in het harnas jaagt. De afsluitende novelle gaat over een jongen die bij toeval het trieste geheim van zijn opa achterhaalt. Het boek kenmerkt zich door een lyrisch taalgebruik. Het schrijfplezier en de levenslust spatten er letterlijk van af. Tevens slaagt Lavrijsen er zeer goed in om de verwondering te treffen waarmee een kind de grote mensenwereld gadeslaat. Maar zijn grootste verdienste is misschien wel dat hij de belevingswereld van kinderen zeer serieus neemt.

cowesterik Co Westerik. We kennen hem allemaal: de vinger die zich snijdt aan de grasspriet. Wereldberoemde Nederlandse droombeelden. We leren de schilder kennen via dit boek. Het is een prachtige inkijk in de dagelijkse sores van kunstenaar Co Westerik. Aan de hand van dagelijkse notities en schetsen zijn we deelgenoot van de worsteling die Co maakt om tot een verantwoorde verbeelding van zijn ideëen te komen. Soms een toevalstreffer, maar vaker nog wegpoetsen en opnieuw beginnen en weer.. tot het resultaat naar wens is, of niet. We kennen hem allemaal: de vinger die zich snijdt aan de grasspriet.

Blauw En Groen. In de kunstbeleving is kleur nogal eens een ondergewaardeerd element. Een doorn in het oog van Monica Rotgans, die daarom met drie boeken over kleur komt. Het eerste boek Blauw Groen is net uit. Het behandelt de rol die deze kleuren door de eeuwen heen in verschillende beschavingen hebben gespeeld en beschrijft hoe ze samen met de bijbehorende pigmenten over de wereld verspreid zijn geraakt. Ook gaat het boek uitgebreid in op de effecten die met de verschillende pigmenten kunnen worden bereikt. Onmisbaar voor eenieder die in de geschiedenis en het gebruik van verfpigmenten geïnteresseerd is.

 

Werner Tübke. Propagandaschilder of meer dan dat? Die controverse hangt al lang rond de Oostduitse schilder Werner Tübke, van wie dit voorjaar een expositie in museum De Fundatie te Zwolle te zien was. Na de val van de DDR verdween zijn werk, samen met dat van andere Oostduitse schilders, in de depots van Duitse musea. De doeken werden gezien als propaganda voor het DDR-regime. Het boek Werner Tübke Meesterschilder Tussen Oost En West plaatst echter kritische kanttekeningen bij dat oordeel. Het boek beschrijft hoe Tübke, vanwege zijn kritische houding, meerdere malen met het DDR-regime overhoop heeft gelegen. Daarnaast doet de term propagandaschilder hem tekort. Tübkes beeldtaal heeft weliswaar sociaal-realistische elementen, maar is ook duidelijk beïnvloed door de renaissance . Bovendien bevat zijn werk allerlei allegorieën. Het boek is al met al een interessante en waardevolle aanzet voor een genuanceerdere blik op de kunstenaar.

Herman Gordijn.Ingaan tegen het heersende schoonheidsideaal. Dat heeft de op 25 mei 2017 overleden schilder Herman  Gordijn, over wiens werk onlangs het boek Herman Gordijn verscheen, zijn hele carrière  gedaan. Het boek toont vele schilderijen met gerimpelde en zwaarlijvige vrouwen. Op latere doeken doken ook vele naakte dikke mannen op. Gordijns homoseksuele geaardheid zal daar zeker niet vreemd aan geweest zijn. Omdat zijn werk lichamen toonde die tegen het schoonheidsideaal ingingen, riep het veel weerstand op. Die controverse belette echter niet dat Gordijn steeds meer furore maakte en uitgroeide tot een van de belangrijkste Nederlandse schilders van de afgelopen zestig jaar. Steeds meer bekende personen, waaronder de couturier Frank Govers en koningin Beatrix, lieten zich door hem op het doek vereeuwigen. Voor eenieder die een uitgebreid en gedetailleerd beschreven overzicht van zijn werk wil, is het boek Herman Gordijn een aanwinst.

Piet Mondriaan. Bij velen is Piet Mondriaan bekend om zijn latere abstracte werk. Het boek Piet Mondriaan – de man die alles veranderde – volgt zijn ontwikkeling als schilder nauwgezet. Dit gebeurt aan de hand van 300 schilderijen die in het Gemeentemuseum Den Haag te zien zijn. Het boek laat zien hoe hij begint als landschapsschilder en onder invloed van onder meer het kubisme steeds abstracter gaat schilderen. Een ontwikkeling die op de nodige weerstand stuit. Familieleden distantiëren zich van hem en geldschieters draaien de geldkraan steeds meer dicht. Toch gaat hij door, totdat hij bij de van hem bekende kleurrijke vlakken belandt. In de jazz, met name de boogie woogie, ziet hij een belangrijke bondgenoot. Daarin draait het  vooral om het ritme en niet om de melodie. Het inspireert Mondriaan uiteindelijk tot zijn ambitieuze slotdoek: Victory Boogie Woogie. Als de Rijksoverheid dit werk voor veel geld aantrekt, leidt dat tot veel gemor. Het toont de Nederlandse zuinigheid, maar ook de weerstand waarop de schilder bij veel mensen in dit land stuit. Iets wat nogal contrasteert met de waardering in het buitenland. Of dit boek Mondriaans tegenstanders over de streep trekt valt te betwijfelen, maar het is wel een uiterst lezenswaardige beschrijving van zijn loopbaan.

Siegfried Woldhek. Al meer dan veertig jaar is Siegfried Woldhek actief als tekenaar voor onder andere Vrij Nederland en  NRC Handelsblad. De hoogste tijd dus om hem met een boek te eren en dat gebeurt nu met Siegfried Woldhek Zie Zo. Daarin laten Carel Peeters, Peter Vandermeersch, Jean Pierre Geelen, Kees van Kooten en Eddy de Jong op boeiende wijze hun licht over de tekenaar schijnen. Verschillende aspecten uit zijn oeuvre komen naar voren. Er wordt stilgestaan bij de soms genadeloze manier waarop Woldhek politici uitbeeldt. Zo is er een tekening in opgenomen die een geharnaste Rita Verdonk afbeeldt als een mechanisch poppetje. Maar ook wordt er ingegaan op Woldheks liefde voor vogels. Een passie die onder meer leidde tot het directeurschap van de Vogelbescherming en het Wereld Natuur Fonds. In het boek zijn dan ook de nodige tekeningen van vogels te vinden. Tekeningen die zich van sobere statieportretjes uiteindelijk ontwikkelen tot meer kleurrijke weergaven.

 

Jan Steen. Jan Steen is vooral bekend als schetser van allerlei komische en alledaagse taferelen zoals rommelige huishoudens en rumoerige herbergen. Minder bekend is het dat hij zich in de tweede helft van zijn loopbaan vooral toelegde op historieschiderkunst. Die fase komt uitgebreid aan bod in het boek Jan Steen En De Historieschilderkunst van Ariane van Suchtelen. Jan Steen maakte als historiekunstschilder vooral schilderijen over bijbelse gebeurtenissen, maar ook onderwerpen uit de Romeinse tijd en de Griekse oudheid kwamen tijdens die fase in zijn oeuvre aan bod. Net zoals bij zijn meer bekende genrewerk had hij een scherp oog voor de komische mogelijkheden die een verhaal biedt. Minder bekende onderwerpen, zoals Moses die als kind een brandend kooltje in zijn mond stopt, ging Steen niet uit de weg. Ook deinsde hij er niet terug om van een een bijbels verhaal af te wijken, als hem dat verhaaltechnisch beter uitkwam. Jan Steen En De Historieschilderkunst is een interessante en gedetailleerde beschrijving van een minder bekende periode uit de loopbaan van een van de populairste schilders van de Nederlandse Gouden Eeuw.
Lodewijk Schelfhout. Lodewijk Schelfhout is de de eerste kubistische schilder van Nederland, maar is inmiddels grotendeels in de vergetelheid geraakt. Zijn tragische lot wordt door L. M. Almering- Strik goed
en nauwgezet beschreven in het boek Lodewijk Schelfhout Nederlands Eerste Kubist. Het boek beschrijft hoe Schelfhout in Parijs met het kubisme is aanraking komt en als eerste Nederlandse schilder in die stijl gaat schilderen Hij maakt Nederland bekend met het kubisme en introduceert
Piet Mondriaan in internationale kunstkringen. Als hij door de Eerste Wereldoorlog noodgedwongen weer naar zijn vaderland terugkeert, neemt zijn loopbaan stilaan een andere wending. Hij gaat zich, mede door longproblemen die voortkomen uit verfgebruik, steeds meer
manifesteren als graficus. Zijn daarbij gebruikte droge naaldentechniek dwing nog respect af.
Anders is het gesteld met het werk dat voortvloeit uit religieuze opdrachten. Wellicht komt die
kritische ontvangst van dat deel van zijn oeuvre mede voort uit het feit dat zijn kerkelijke
opdrachtgevers Schelfhout in zijn werk steeds minder vrijheid gunden. Uiteindelijk sterft
Schelfhout in 1943, ontgoocheld door het gebrek aan waardering dat hem ten deel valt.
KAMAGURKA. Een veelzijdig kunstenaar. Dat beeld komt duidelijk naar voren in het boek en de tentoonstelling die vorig jaar aan Kamargurka werden gewijd en die beiden de naam Kamagurkistan- voorbij de
grenzen van de ernst dragen. Kamagurka mag dan vooral bekend zijn als cartoonist, maar hij timmert ook steeds meer aan de weg als schilder. Daarnaast is hij tijdens zijn loopbaan ook actief als punkzanger, cabaretier en maker van radio- en televisieprogramma’s. Die veelzijdigheid kwam
ook duidelijk naar voren tijdens de tentoonstelling in het Noordbrabants Museum in ‘s-Hertogenbosch. Want naast cartoons en schilderijen stond daar ook een door Kamagurka gemaakte spiegeleikip, een regelmatig terugkerend thema in zijn oeuvre, en toonde een tv-scherm beelden
van een door hem gemaakte televisie-uitzending. In al die kunstuitingen komt zijn absurde
en vaak ook provocerende humor duidelijk naar voren. Want zoals Kim Ouweelen in haar boek stelt
is Kamagurka iemand die humor ernstig neemt. Een kunstenaar die bovendien de draak steekt met
de pretentieuze en vooringenomen manier waarop veel kunstliefhebbers kunst bekijken.
Tegelijkertijd imiteert hij wel heel slim in zijn schilderijen de werken van andere kunstenaars, om er
vervolgens een geheel eigen draai aan te geven. Voor al die mensen die Kamagurka vooral van zijn
cartoons kennen is Kamagurka- voorbij de grenzen van de ernst een boeiende introductie in zijn
veelzijdige oeuvre. Voor alle ingewijden is het een welkom weerzien.

Hendrik Valk

De werkelijkheid terugbrengen tot de essentie. Dat kenmerkt het werk van Hendrik Valk. Alex de Vries en Caroline Roodenburg hebben van hun boek Hendrik Valk 1897- 1986 niet zozeer een biografie willen maken. Ze willen veeleer een beeld schetsen van wat hij voor zijn directe omgeving en de  kunstwereld heeft betekend. Uitgebreid wordt er ingegaan op Valk zijn zoektocht naar de vierde dimensie, iets wat hij deelt met de kunstenaars van De Stijl. Anders dan die beweging wil hij bij die zoektocht echter niet de diepte geheel uitbannen. Mede om die reden sloeg Valk dan ook een uitnodiging van Theo van Doesburg om lid te worden van De Stijl af. Verder komen in het boek ook zijn docentschap, zijn actieve rol binnen de Arnhemse culturele wereld en zijn privéleven aan bod. Zo wordt er ingegaan op Valks verstandhouding met diens zoon Felix, die veel minder rooskleurig was dan de buitenwereld vaak dacht. Felix zijn homoseksuele geaardheid was binnen het gezin Valk onbespreekbaar. Maar bovenal typeert het boek Hendrik Valk als de meester van de sobere rechte lijn. Een kunstenaar die zich tijdens zijn loopbaan niet zozeer heeft vernieuwd, maar zijn stijl steeds verder heeft geperfectioneerd.