nieuws en media

 

November Music / FAQ Festival TIPS

Door Ronald van Hest oktober 2022

Al sinds 2010 presenteert het FAQ Festival op verschillende locaties in Den Bosch experimentele elektronische acts. Sinds vorig jaar onder de paraplu van November Music.

 

Het meest in het oog springende optreden is dat van Stephen O’  Malley en Kali Malone, dat op donderdag 3 november om 21.00 uur in de Toonzaal plaatsvindt. Daarover elders op deze site meer. Maar er is meer fraais te zien en te horen. We pikken er een paar hoogtepunten uit.

 

 

 

De New Yorkse componist Tristan Perich staat vrijdag 4 november in de Toonzaal. Hij voert dan de composities Noise Patterns en Tone Patterns uit. In zijn werk klinkt zijn fascinatie voor wiskunde, scheikunde en codes door. Perich is gespecialiseerd in de 1 bit- elektronica: muziek die op een zo klein mogelijke informatiedrager wordt opgeslagen. 1-Bit Music uit 2004 was het eerste album ooit dat op een microchip werd uitgebracht. Later komen er meer instrumenten bij de 1-bit elektronica. Het ambitieuze in 2020 verschenen Drift Multiply vormt in die ontwikkeling een fraai hoogtepunt. Naast de gebruikelijke 1-bit elektronika zijn op dat album ook 50 violen te horen. Het album biedt de gebruikelijke hectiek, maar er is ook ruimte voor rustgevende passages. Het concert begint om 22.00 uur.

Keith Fullerton Whitman treedt zaterdag 5 november vanaf 21.45 uur op in de Club Zaal van de Verkadefabriek. Deze in Fort Greene, Brooklyn gevestigde componist heeft een gevarieerd oeuvre dat uiteenloopt van ambient tot abstracte geluidskunst. Onder het pseudoniem Hrvatski, het Kroatische woord voor Kroatisch, brengt hij hectische drill ‘n’ bass.

 

Peter Zegveld geeft zaterdag 5 november vanaf 21.45 uur acte de présence in de Willem Twee. Zegveld is een beeldend kunstenaar die optreedt met zijn  muziekmachines. Zijn performance mag gerust theatraal genoemd worden. Naast voorstellingen voor theaters, festivals en zijn beeldende kunst maakte Zegveld ook producties voor het theatergezelschap Orkater en televisieseries voor de VPRO. Daarnaast is hij artistiek leider van Caspar Rapak, een object- en muziektheatergezelschap.

 

Beatrice Dillon en Kuljit Bhamra delen zaterdag 5 november vanaf 20.00 uur het podium van de Club Zaal van de Verkadefabriek. Dillon, die elektronische dansmuziek maakt vanuit Londen, scoorde in 2020  met haar album Workaround de nodige open doekjes. Het album werd door het Engelse tijdschrift voor experimentele muziek The Wire uitgeroepen tot de plaat van het jaar. Bovendien noemde de Engelse krant The Guardian Beatrice Dillon “de meest opwindende nieuwe artiest in de elektronische muziek.” Aan Workaround werkten naast artiesten als Laurel Halo (zang en synthesizer) en Lucy Railton (cello) ook Kuljit Bhamra mee. Bhamra is een gerenommeerde Brits-Indische componist, producer en tablaspeler. De in 1959 in Kenia geboren Bhamra kreeg als kind polio, hetgeen zijn linkerbeen aantastte. Daarom bespeelt hij zijn instrument vanaf een verhoogde zitplek. In 2009 werd hij koninklijk onderscheiden voor zijn verdiensten voor de Bhangra- en de Brits-Aziatische muziek. Een jaar later volgde een eredoctoraat aan de universiteit van Exeter.

        Donderdag 3 november treden Sote en Tarik Barri vanaf  20.00 uur op in de Toonzaal. Daar brengen zij Majestic Noise, een audiovisueel gebeuren waarbij muziek van de Sote-albums Majestic Noise Made in Beautiful Rotten Iran en MOSCELS wordt gebracht. Sote is de artiestennaam van de Iraanse muzikant Ata Ebtekar. Hij startte in de jaren negentig als technomuzikant, maar later wordt zijn werk rafeliger en experimenteler. Ook is hij traditionele Perzische muziektradities gaan mixen met elektro-akoestische muziek.Tarik Barri is een audiovisuele componist en softwareontwikkelaar, die geboren werd in Nederland maar momenteel in Berlijn woont. Hij maakte verschillende videoclips, waaronder die voor Atoms For Peace, een soloproject van Radiohead-zanger Thom Yorke. Daarnaast maakte hij live-visuals voor artiesten als Monolake, Thom Yorke en Nicolas Jaar. En nu dus voor Sote…

Stephen O’ Malley en Kali Malone in Willem Twee Toonzaal

Door Ronald van Hest oktober 2022

De bezoekers van de Toonzaal zullen op donderdag 3 november de nodige decibellen te verduren krijgen. Dan vindt daar, in het kader van het Bossche FAQ Festival, vanaf 21.00 uur het optreden van Stephen O’ Malley en Kali Malone plaats. Samen spelen zij Les Sphères (Effondrez-Les), een twee uur durende drone-compositie met een microtonaal en fysiek karakter.

             Stephen O’ Malley, afkomstig uit het Amerikaanse Seattle, heeft als gitarist in de metalbands Thorr’s Hammer, Burning Witch en Khanate gespeeld. Maar Sunn O))) (spreek uit sun), zijn huidige band, overtreft de voorgaande bands ruimschoots in bekendheid. Deze vaandeldragers van de doommetal mogen gerust een van de grootste metalvernieuwers genoemd worden. Zij staan bekend  om hun luidruchtige optredens, waarbij zij gehuld in monnikenkledij en vergezeld van veel rook hun gitaren langdurig laten voortronken en rondzoemen.

Hun meeste platen zijn instrumentaal, met composities die de 15 minuten al snel aantikken. Maar de meest befaamde Sunn O)))-albums zijn die waarop Attila Csihar, ooit in de even legendarische als beruchte Noorse blackmetalband Mayhem, als vocalist zijn opwachting maakt: Black One en Monoliths and Dimensions. Dat laatste album, waarop ook een Weens vrouwenkoor en waldhoorns te horen zijn, is het veelzijdigste en beste album dat de band ooit heeft gemaakt. Verder zijn er opvallende albums die men samen maakte met het Japanse sludge/ doomrock-trio Boris (Altar), de Noorse metalband Ulver (Terrestials) en Scott Walker (Soused).

De solocarrière van Stephen O’ Malley, ook al sinds jaar en dag de bestierder van het metallabel Southern Lord, kent een veelzijdig karakter. Zijn oeuvre loopt naast het meer gebruikelijke werk uiteen van abstracte geluidskunst tot ambient en gitaarterrorisme a la Glenn Branca. Vermeldenswaardig is verder zijn samenwerking in KTL met Peter Rehberg, de Brits- Oostenrijkse componist van elektronisch werk en eigenaar van het experimentele Editions Mego- label, die vorig jaar op slechts 53-jarige leeftijd aan een hartaanval overleed.

           Kali Malone, geboren in het Amerikaanse Colorado maar al de nodige jaren in Zweden residerend, begeeft zich doorgaans in rustiger muzikaal vaarwater. Al pakte ze het in begin van haar loopbaan nog wel tamelijk luidruchtig aan als frontvrouw van de shoegazeformatie Swap Babies. Verder zat Malone met onder meer Ellen Arkbro en Maria W.  Horn  in Hästköttskandalen, een experimenteel audiovisueel gezelschap. Met Horn startte zij ook het label Xkatedral, onder welke naam ook een reeks concerten werd georganiseerd.

 

Malone heeft postminimalistische stukken gemaakt, maar ook drone-composities. Ze is het meest bekend om haar werken voor pijporgel, waarvan het in 2019 verschenen 1 uur en 3 kwartier durende dubbelalbum The Sacrificial Code het meest geprezen is. Het album heeft een streng karakter, maar is dankzij de mooie repetitieve melodielijnen en warme klankleur toch zeer ontroerend. Prachtmuziek waardoor zelfs de grootste atheïst nog ter kerke wil gaan.

Het dit jaar verschenen Living Torch is een ander hoogtepunt in haar oeuvre. Het album bevat twee elektro-akoestische drone-composities, waarin onder andere instrumenten als de trombone, de basklarinet en de ARP 2500 modulaire synthesizer hun opwachting maken. De slotcompositie van Living Torch roept lichte associaties met Sunn O))) op, dus de samenwerking tussen O’ Malley en Malone is niet zo vreemd als die op het eerste gezicht misschien lijkt.

September 2022. Een wandeling langs de wereld van de kunst in Den Bosch.

Door Ronald van Hest en Frank Pisart september 2022

We starten weer bij Museum Slager met de tentoonstelling “Met dank aan Jheronimus”. Sinds 2 december 1968 toont galeriehouder Koen Nieuwendijk realistische schilders in de Amsterdamse Galerie Lieve Hemel(ooit: galerie Lieve Hemel stoot je hoofd niet). De expositie toont schilders in diverse vormen van realisme. Zo neigt CB Muller meer naar surrealisme en fantastisch realisme, zijn Olav Cleofas van Overbeek en Wijnand Wrendorf bijna fotorealistisch en zien we bij Ben Snijders een meer schilderachtige penseelvoering.

 

Wijnand Wrendorf

 

 

 

 

Olav Cleofas van Overbeek

 

 

 

 

Bij Alex de Vrede hebben afbeeldingen een rand of omlijsting die vormgegeven wordt door de afbeelding, hierdoor ontstaat een enorme ruimtelijkheid.

 

 

Het werk van Anneke van Brussel en Hans van der Kroef vertelt op een lyrische manier verhalen en Theo Voorzaat brengt ons op minutieuze wijze de schoonheid van ruïnes bij.

Er worden veel kunstenaars getoond; allen hebben de vaardigheid om het licht op een krachtige wijze in te zetten om ons meer te laten zien, allen hebben een ongelofelijke ambachtelijke vaardigheid. Alvast een waarschuwing voor alle (amateur-)schilders onder ons: er zullen niet veel bezoekers zijn die het hoge technische niveau van deze kunstenaars evenaren. En wordt er niet getoverd met olieverf, dan wordt er met kleurpotlood of krijt, al dan niet in combinatie met acrylverf, een bijna magische perfectie bereikt. Francisco Roa en Roger Braun doen dat enorm goed.

 

Francisco Roa

 

 

 

Galeriehouder Koen Nieuwendijk, geboren Bosschenaar,  werd ooit geraakt door de schilderkunst door de Jeroen Bosch tentoonstelling in 1967 georganiseerd door het Noordbrabants Genootschap. Ook de laatste Jeroen Bosch tentoonstelling heeft hij , in één van de laatste nachten, nog bezocht. We spreken Koen in Museum Slager. Van huis uit, een gezin met 8 kinderen, werden vaak musea bezocht.

Getrouwd met een studente aan de Rijksacademie , begon hij een boetiek in Amsterdam, waarna hij in 1970 als ongeschoold galeriehouder startte. Succesvol een galerie drijven in Nederland is bijna onmogelijk: de courtage van 50% enerzijds (voor particulieren 30% gelijk aan de betere veilingen)  en hoge kosten van beurzen anderzijds. Als je dan nog kiest voor de traditionele technieken, dan roei je tegen de stroom van de bepalende periferie in en word je al gauw door de media genegeerd. Toch heeft hij er altijd van kunnen leven en daarnaast ook altijd veel over kunst en politiek geschreven, zie ook de catalogus 25 jaar galerie lieve hemel: “met engelengeduld” uit 1995. Als galeriehouder streefde hij ernaar de kunstenaars een tevreden leven te geven. De getoonde werken lopen in prijs op tot enkele tienduizenden euro’s en zijn geen eigendom van de galerie, altijd van de kunstenaar of client. Koen’s favoriete werk in de tentoonstelling is een werkje van Peter van Poppel: “Ziek naakt”, kwetsbaar en poëtisch.

Door naar het Noordbrabants Museum met een tentoonstelling van werk van Pieter Stoop en een gesprek met de nieuwe directrice Jacqueline Grandjean.

Tientallen jaren was de schilder en beeldend kunstenaar Pieter Stoop uit beeld verdwenen. Maar nu wijdt het Noordbrabants Museum een tentoonstelling aan hem. Dit alles onder de naam Pieter Stoop: Groots en Wild.

In de jaren tachtig en negentig was Stoop op het toppunt van zijn roem. Met zijn grote doeken en wilde schilderstijl sloot zijn werk mooi aan op het neo-expressionistische werk van de dan populaire Neue Wilde. Kunsthandelaren en musea vochten om Stoops kunstwerken en legendarische museumdirecteuren als Rudi Fuchs en Jan Debbaut waren warme pleitbezorgers van zijn werk. Daarna verdween hij echter uit beeld.

De coronapandemie zorgde er echter voor dat daar verandering in is gekomen. Gedurende de lockdown maakte de Vlaamse presentator Lucas De Man video’s van werken in het depot van het Noordbrabants Museum. De monumentale doeken van Stoop sprongen daarbij in het oog en deden de vraag rijzen wat er toch van de schilder is geworden.

Na een oproep meldde zich een van Stoops dochters. Zij liet weten dat haar vader nog leeft, in Eindhoven woont en een aantal jaren al niet meer schildert. In het huis van Stoop bevonden zich nog enkele van zijn werken. Charlotte Hoitsma, conservator van het Noordbrabants Museum, zorgde ervoor dat de werken nu in dat museum te zien zijn.

In veel van Stoop zijn werken is het landschap het onderwerp. Het is echter vaak moeilijk te herkennen. Dat komt door Schoop zijn woeste, golvende schilderstijl. Hij brengt de verf er dik en laag voor laag op. In zijn werk draai het dan ook veel meer om het schildersproces dan om het onderwerp zelf . Veel van die werken met zijn kenmerkende stijl zijn tijdens de expositie te zien. Maar er zijn ook enkele schilderijen uit zijn begintijd die een lichtere kleur hebben en rustiger van karakter zijn.

Pieter Stoops: Groots en Wild was tot 2 oktober 2022 in het Noordbrabants Museum te bezoeken. Het museum is voortgekomen uit het Noordbrabants Genootschap en heeft sinds 1 juli 2022 een nieuwe directeur: Jacqueline Grandjean.

Met overzicht over de nalatenschap van Charles de Mooij voert zij open woensdagmiddaggesprekken met een goed geïnformeerd publiek om een museum voor alle Brabanders te zijn waar met een moderne  en oude collectie met veel verscheidenheid veel Brabantse kustenaars getoond worden.

Het museum bereikt de helft van de brabanders, maar wil toch ook heel graag die andere helft bereiken. Zo wordt ook duidelijk gemikt op kinderen en scholieren en is er met Brabantse Nieuwe een fraai platform voor jonge kunstenaars. Vanuit het fraaie gebouw, met de door Henket ontworpen centrale gang, wordt de wisselwerking met de omgeving gezocht, met mensen en bedrijven. Het label van de inhoud zal daarbij van kunst meer verschuiven richting creativiteit.

Zowel de kunstwereld als de museumwereld worden gekenmerkt door de nodige veranderingen.  Er zijn veel galeries verdwenen. De mid-career kunstenaars hebben minder expositiemogelijkheden. Ook de musea hebben het niet makkelijk: de bezoekersaantallen waren door corona structureel lager en zijn nog steeds onder het oude hoge niveau, mogelijk door de economische onzekerheid. Hierbij komt dat ook musea kampen met kostenverhoging voor energie(niet alleen verwarming maar ook klimaatbeheersing ivm de oude werken) en personeel.

Jacqueline kijkt hoopvol naar de toekomst. “Vanuit de samenleving is er groeiende aandacht voor de zachte waarden.” Er staat een interessante tentoonstelling over Breugel in de planning. In de verdere toekomst zal de bruikleen van de JK art foundation (550 topwerken van oude en nieuwe meesters) de tentoonstellingsmogelijkheden vergroten en verdiepen.

Wij vroegen Jacqueline nog welk werk van Pieter Stoop haar aanspreekt: de 2 oudste werken bij het begin, 2 wat meer ingetogen schilderijen. Leuk om te weten, leuk om kennis te maken!